Het grote demasqué… de ontmaskering van de bisschoppen is begonnen

29 december 2014, door pastoor Mennen.

In het verleden kon je geen enkele katholieke bisschop betrappen op een onvertogen woord op het gebied van de geloofsleer en de moraal. Er was wel verschil. Sommigen preekten vurig, ook over thema’s die in de moderne seculiere cultuur niet zo goed liggen, anderen zwegen liever of uitten zich in een wollige taal waaraan zich niemand een buil kon vallen. Er bestond wel een zekere verdenking dat een aantal bisschoppen in hun hart niet meer zo katholiek dachten of minstens dat ze liever niet “gemarteld” werden in de liberale pers en vooral aardig en “progressief” gevonden wilden worden maar je kon ze nooit betrappen op een incorrecte uitspraak. Men wilde blijkbaar (vanwege carrière?) niet uit de gunst van de toenmalige pausen vallen.

Dat is nu wel anders. Veel bisschoppen hebben de indruk, niet in het minst vanwege het “gedoe” rond de laatste synode, dat in Rome de wind om is. Er worden dubieuze mensen benoemd in pauselijke raden; jonge bloeiende traditionele kloosterbewegingen worden onder pauselijke curatele gesteld en ontmanteld; een Opus-Dei-bisschop in Paraguay die een duidelijk orthodoxe cours vaart, veel seminaristen heeft (tot ergernis van zijn liberalere collega’s), krijgt een pauselijke visitator op zijn dak en wordt zonder opgaaf van redenen afgezet en vervangen zonder dat de (hartelijke, open) paus hem zelfs maar wil ontvangen; een kardinaal die gebruik maakt van de openheid waarvoor de paus zegt te opteren, en die keurig de traditionele leer van de Kerk verdedigt tegenover de liberale stellingen van kardinaal Kaspar wordt uit de curie weggepromoveerd, etc. etc. Dit alles laat het wereldepiscopaat niet onberoerd. Een groot gedeelte van de bisschoppen (USA en Afrika) is ernstig verontrust door wat er in Rome gebeurt en de manier waarop de paus acteert. Een ander gedeelte laat de maskers vallen die zij tijdens de vorige pontificaten gedragen hebben en verandert hun wollig taalgebruik in publieke stellingen die niet katholiek meer zijn. Dit is het geval bij het grootste gedeelte van het Duitse episcopaat dat zich uit bij monde van kardinaal Marx, ook een van de vertrouwelingen van de huidige paus. Over de Antwerpse bisschop Bonny en zijn vrijzinnige opvattingen schreef ik al eerder. Maar aangemoedigd door de Romeinse ontwikkelingen en de seculiere publieke opinie is hij nu weer een stap verder gegaan. Hij heeft in een kranteninterview gezegd, dat de Kerk met de seculiere ontwikkeling mee moet en homoseksuele relaties moet erkennen en inzegenen. Hij vindt dat homoparen even goed aan de kerkelijke criteria voor het huwelijk kunnen voldoen. “De inhoudelijke waarden zijn voor mij belangrijker dan de institutionele vraag. De christelijke ethiek gaat uit van duurzame relaties waarin exclusiviteit, trouw en zorg voor elkaar centraal staan,” zegt hij. Dit is voor normale katholieke oren onbestaanbaar en onverdraaglijk. Toch zegt deze bisschop het. Hij wordt niet vanuit Rome gecorrigeerd. Hij krijgt zeker geen apostolisch visitator over de vloer. Integendeel de kans is groot dat hij de volgende aartsbisschop van Mechelen-Brussel wordt als opvolger van de goede Mgr. Léonard. Hij is immers een vriendje van kardinaal Kasper.

Waar zit nu het probleem bij Bonny en de andere liberale bisschoppen?

– Allereerst wil men de mensen, die zich feitelijk al van de Kerk verwijderd hebben, behagen. Men wil zich door hun applaus een rad voor ogen draaien en de harde werkelijkheid ontkennen. De journalist Markus Günther schrijft in de Frankfurter Algemeine Sonntagszeitung: de Kerk in Duitsland lijkt op de DDR vlak voor de ineenstorting. Net als toen in de DDR maken veel bisschoppen en pastoors zich iets wijs. Ze zien nog steeds het grote instituut met het vele geld. Maar ze willen er niet aan dat het gemeenschappelijke geloof grotendeels in lucht is opgegaan. De Kerk is steeds meer een lege zeepbel geworden. Die wil men niet doorprikken door zoveel mogelijk aan te sluiten bij de mening van de “gelovigen”. Dat houdt de façade met het bijbehorende applaus overeind. Naar Günthers mening heeft die huidige Kerk geen enkele toekomst. Over enkele tientallen jaren is de Kerk in Duitsland niet groter dan een sekte als de Jehova’s Getuigen. De belangrijkste oorzaak voor het verdwijnen van de Kerk ziet Günther in het opgeven en het vervagen van de geloofsinhouden. Een godsdienst moet absolute aanspraken hebben, anders heeft ze geen reden van bestaan. Een Kerk die zich aanpast aan de moraal van de wereld maakt zich overbodig.

– Het grondprobleem in liberale kerkelijke denken is een filosofisch probleem. Ze sluiten aan bij het moderne filosofische denken dat het doen en laten van de meeste mensen beheerst: het existentieel relativisme. Niet wat is, is belangrijk maar wat ik voel en ervaar. Daar gaat het om. Als ik het gevoel heb, dat het begrip “hel” niet past bij de goedheid van God, dan bestaat er natuurlijk geen hel. Als ik het gevoel heb, dat mijn huwelijk voorbij is – ik beleef er niets meer aan, – dan ben ik voorbij die aanvankelijke werkelijkheid gegroeid en moet er een nieuwe toekomst mogelijk zijn. Als men dan een nieuw burgerlijk huwelijk aangaat, dan moet de Kerk daar minstens de goede elementen in erkennen. Want we ervaren dat toch als iets goeds voor die twee mensen. Homoseksualiteit kan toch niets verkeerds zijn als mensen zich als zodanig ervaren en elkaar in een duurzame relatie gelukkig maken. Wij voelen dat zo en dan is het goed.
Het normale katholieke denken is “ontologisch” omdat het in een absolute God gelooft, die iedere uiteindelijke relativiteit onmogelijk maakt. Het gaat uit van “wat is”, van Gods scheppingsorde (de natuurwet) en van de geboden die ons via zijn Woord worden gegeven en die aansluiten op die natuurwet. Daarin is een tweede huwelijk, terwijl het eerste nog bestaat, altijd (ook volgens het woord van Jezus) echtbreuk en overspel, een zonde die pas ophoudt als men zich bekeert en die zondige toestand achter zich laat. Terwijl die zonde voort bestaat kan men niet biechten en communiceren. Dat druist in tegen de zondige situatie waarin men leeft.
Ongehuwd samenwonen is in dat normale katholieke denken altijd doodzonde en verhindert biecht en communie tenzij men die zondige situatie opheft. Hetzelfde geldt voor homoseksuele relaties.
Bisschop Bonny heeft geen enkele boodschap aan “wat is”, aan het “objectieve”. Daarom kan hij zeggen dat het institutionele voor hem van geen belang is. Het gaat hem blijkbaar om vloeiende, relatieve “inhoudelijke waarden”.

– om niet in conflict te komen met de katholieke waarheid zoals het leergezag in de Kerk dat tot en met paus Benedictus heeft voorgehouden, probeert men een onderscheid te maken tussen leer en discipline alsof die niets met elkaar te maken zouden hebben. Als je de communie aan burgerlijk hertrouwden toestaat, ontkom je er niet aan dat je dan het tweede huwelijk op een of andere manier erkent en daarmee dus afbreuk doet aan de absolute onontbindbaarheid van het huwelijk die tot de katholieke leer hoort. Dat wordt dan een min of meer holle frase.

Het grote demasqué van de bisschoppen is begonnen en daarmee de openlijke binnenkerkelijke strijd voor de waarheid. Die strijd moet gevoerd worden zoals in de vierde eeuw tegen de Arianen en in de zestiende eeuw tegen de protestantse hervormers. Het gaat tenslotte niet om liberaal welbevinden maar om de redding van de zielen, de salus animarum.

Bron: http://www.mennenpr.nl/het_grote_demasque.html


Pastoor Mennen mag ook gehoord worden: ‘Een merkwaardig figuur’

Paus Franciscus is een merkwaardige figuur. Geen paus die zoveel over de hel spreekt als hij. Zijn dagelijkse preekjes zijn praktisch en spiritueel. Maar aan de andere zegt hij onvoorzichtige dingen over heikele onderwerpen. Dat doet hij in kranteninterviews met soms dubieuze antikerkelijke figuren. Daarbij weten de Vaticaanse instanties zelf niet of dit bij het “gewone pauselijke leerambt” hoort of dat het privé-meningen van de paus zijn. Soms staan ze een tijdje onder de uitspraken van de paus op de Vaticaanse website en dan verdwijnen ze weer. De paus lijkt niet te (willen) beseffen dat alles wat hij zegt op het goudschaaltje van de kerkelijke leer en zijn positie als paus gewogen wordt.

Als hij naar aanleiding van een vraag over homoseksualiteit aan een journalist antwoordt: “wie ben ik om te oordelen?”, dan laat dat zoveel uitleggingen toe dat het op zijn minst verwarrend is. Persoonlijke telefoongesprekken met gelovigen lijken warm en mooi maar als er verhalen opduiken zoals bij een Argentijnse vrouw die hij gezegd zou hebben, dat ze als gescheiden en hertrouwde vrouw gerust te communie kon gaan, dan wordt het toch problematisch. De perschef van het Vaticaans moet zich dan in allerlei bochten wringen om het recht te praten en benadrukt dat we zijn persoonlijke gesprekken niet mogen verwarren met zijn taak als opperherder. Maar is dat überhaupt wel mogelijk? Ook het feit dat de paus kardinaal Kasper uitnodigde bij een consistorie een referaat te houden over de mogelijkheid van gescheiden hertrouwde personen om te communie te gaan en dat de paus Kaspers toespraak bejubelde waarin deze een lans brak voor een nieuwe kerkelijke start van gescheidenen, heeft veel verwarring en scherpe tegenstand opgeroepen.

Het gevolg van dit pauselijk gedrag is dat er in de Kerk nu dingen gebeuren die op die schaal vroeger onvoorstelbaar waren. Het is duidelijk dat al langer rond veel heikele morele onderwerpen het overgrote deel van de mensen in de Westerse wereld en daaronder ook veel (al dan niet praktiserende) katholieken de morele standpunten van de Kerk afwijzen. Daarbij voelen bisschoppen soms een soort spagaat tussen wat de “gelovigen” willen en de officiële leer van de Kerk. Het zoveel mogelijk gelovigen ter wille zijn, is het verlangen van veel bisschoppen. Dan word je aardig gevonden, dan spreken de media met lof over je. In die zin zijn bisschoppen vaak niet anders dan pastoors die liever geprezen worden dan gemarteld en daarom op liturgisch terrein maar van alles toestaan wat niet overeenkomt met de heiligheid van de sacramenten. Maar tot nu toe werden de meeste bisschoppen nog in toom gehouden door het duidelijk spreken van de pausen.

Ten gevolge van het “losse” spreken van de huidige paus horen we nu sommige bisschoppen dingen zeggen die veel mensen en de media wel aardig vinden maar die volkomen haaks staan op de constante kerkelijke leer en dus op de waarheid zoals God ons die openbaart. Ik noem enkele voorbeelden. Bisschop Ackermann van Trier over wie we al eerder schreven die heel de kerkelijke leer rond seksualiteit afwijst. De door de paus zelf benoemde secretaris generaal van de Italiaanse bisschoppenconferentie, Nunzio Galantino die wil dat de (Italiaanse) Kerk zonder enig taboe luistert naar “alle argumenten ten gunste van gehuwde priesters, de communie voor hertrouwd gescheidenen en homoseksuele relaties”. Hij lijkt tegenover al deze zaken positief te staan. En nu zeer onlangs is er grote deining ontstaan in de VS omdat de kardinaal aartsbisschop van New York kardinaal Dolan zich niet verzet tegen deelname van een georganiseerde groep homoseksuelen aan de grote St. Patricksparade, een katholieke happening ter ere van de patroon van New York. Integendeel, hij neemt de woorden van de paus in de mond: “wie ben ik om te oordelen?”

Het meest uitgebreid heeft zich in onze streken de bisschop van Antwerpen, Mgr. Bonny, in de publiciteit begeven. Hij veroordeelt de pausen Paulus VI en Johannes Paulus II omdat ze niet collegiaal gehandeld zouden hebben. Hij heeft met name moeite met de encycliek “Humanae Vitae” en de apostolische exhortatie “Familiaris Consortio” waarin de leer van de Kerk rond huwelijk, gezin en seksualiteit duidelijk wordt uiteengezet. Deze leer is door opeenvolgende pausen bevestigd zodat die tot het gewone leergezag van de Kerk behoren. Het is waar dat Paulus VI in de afwijzing van de kunstmatige geboorteregeling niet het meerderheidsadvies van de adviescommissie volgde. Maar het heeft niets met oncollegiaal handelen te maken als een paus het advies van een commissie niet volgt. Het is de taak van de paus te waken over de waarheid die niet van meerderheden afhangt maar van de openbaring en de natuurwet.
Ronduit banaal is de passage waar bisschop Bonny het heeft over de vele vormselvieringen die hij leidt en waarbij vele nauwelijks praktiserenden aanwezig zijn, die zich dit feestje toch niet willen laten ontnemen. Hij kan zich niet voorstellen dat hij de mensen erop zou wijzen dat ze misschien niet te communie mogen gaan. Dat zou volgens de bisschop enorme gevolgen hebben voor de relatie van de mensen met de Kerk. Je vraagt je af wat voor opvatting de bisschop Antwerpen heeft over de heiligheid van de eucharistie en over het waardig communiceren in het algemeen. Heeft de communie voor hem dezelfde betekenis als een glaasje bij een receptie? Die weiger je ook aan niemand. Dat zou onhartelijk zijn. Dit staat enorm ver af van wat de kerkvaders zeggen over de heilige huiver waarmee je tot de communie moet naderen en van de eerbied waarmee onze voorouders de communie ontvingen. Ook nu nog is er in de orthodoxe kerken een authentieke schroom om tot de communie te naderen en wil men eerst biechten alvorens te communie gaan. Schril steekt hier de zogenaamd vriendelijke en open houding van bisschop Bonny tegen af. Je moet er toch niet aan denken dat hij de opvolger van Mgr. Leonard zou kunnen worden. Toch is dat met deze paus heel wel mogelijk. Immers Bonny was de medewerker van kardinaal Kasper, en kardinaal Kasper is de favoriet van de paus. Belgische Kerk, tel uit je winst!

Bron: http://www.mennenpr.nl/Een_merkwaardig_figuur.html

R. de Mattei: Tango – met de paus – als de echo van de muziek op de Titanic


Roberto Mattei (1948) is een gerenommeerd kerkhistoricus en de auteur van o.a. in de Duitse vertaling Das Zweite Vatikanische Konzil: Eine bislang ungeschriebene Geschichte. Waarin hij de tot nu onderbelichte geschiedenis van Vaticanum II schrijft: hoe een minderheid de meerderheid wist te bespelen.


Misschien zullen historici eraan herinneren dat in 2014 op het St. Pietersplein de tango gedanst werd, terwijl de christenen in het Nabije Oosten vermoord werden en de Kerk voor de afgrond van een schisma stond. Dit klimaat van lichtvoetigheid en lichtzinnigheid is in de geschiedenis niet nieuw. In Carthago, zo memoreert Salvianus van Marseille (rond 400-475), werd er gedanst toen de Vandalen aan de veroveringen begonnen. En in Sint-Petersburg waren, naar het bericht van de Amerikaanse journalist John Reed, theaters en restaurants nog steeds overvol, toen de Bolsjewieken de macht al gegrepen hadden. De Heer, zo leert de Heilige Schrift, “heeft hun ogen verblind” (Joh. 12, 27-41).

Het eigenlijke drama van onze tijd zijn niet de aanvallen van buitenaf maar het mysterieuze proces van de zelfvernietiging van de Kerk die nu zijn uiterste consequentie bereikt nadat Paulus VI er voor de eerste keer over geklaagd had in de zijn beroemde toespraak tot het Lombardisch seminarie op 7 december 1968. De zelfbeschadiging is geen fysiologisch proces. Het is een Kwaad waarvoor verantwoordelijken aan te wijzen zijn. En de verantwoordelijken zijn in dit geval die clerici die ervan dromen het mystieke Lichaam van Christus te vervangen door een nieuw organisme dat zonder waarheid en zonder dogma’s onderwerp is van voortdurende evolutie.

Twee dossiers over de situatie van de Kerk

Een indrukwekkend beeld van de situatie wordt ons eind 2014 geschilderd in twee dossiers over de Kerk, waarvan één door het Franse dagblad Le Figaro en het andere door het Italiaanse dagblad La Repubblica gepubliceerd werd.

Le Figaro, een burgerlijk liberale krant, rechts van het midden, wijdde de decemberbijlage van het Figaro Magazine aan de “Guerre secrète au Vatican. Comment le pape Franϛois bouleverse l’Église” (De geheime oorlog in het Vaticaan. Hoe paus Franciscus de Kerk op zijn kop zet). Het dossier omvat elf pagina’s onder verantwoording van Jean-Marie Guénois, die geldt als een van de meest serieuze en competente vaticanisten.
“Er schijnt na de Synode over het gezin in de herfst van 2014 in de Kerk iets ondersteboven gezet te worden”, schrijft Guénois, “en het groeiend aantal aanwijzingen leidt ertoe dat je je afvraagt: loopt de Kerk niet het risico na de tweede fase van de gezinssynode in een storm terecht te komen?” Guénois onthulde dat onder de kardinalen een “geheime oorlog” aan de gang is die niet tot doel heeft de macht te veroveren. Wat aan de gang is, is een ideeënstrijd en die heeft als belangrijkste strijdpunt de leer van de Kerk over het gezin en het huwelijk. Paus Franciscus wordt er binnen de Romeinse Curie van beschuldigd zijn ambt op een autocratische manier uit te oefenen. De Franse journalist vat dat samen het de woorden: “Quand il tranche, le Pape ne met pas de gants” (als de paus beslist, gebruikt hij geen fluwelen handschoenen).

Het eigenlijke probleem is het kerkbegrip van de paus

Het eigenlijke probleem is echter zijn kerkbegrip dat door de progressiefste stromingen in het Vaticaan beïnvloed is. Volgens Guénois worden de uitkomsten ervan bepaald door drie theologen: de Duitse kardinaal Walter Kasper, de Italiaanse aartsbisschop Bruno Forte en de Argentijnse titulair-aartsbisschop Victor Manuel Fernandez. “En dat trio heeft bij de gezinssynode de lont in het kruitvat gestoken!” Om precies te zijn: Kasper is de stormram voor de toelating van de hertrouwd gescheidenen tot de sacramenten, Forte voor de legalisering van de homoseksualiteit en Fernandez is de leidende figuur in de peronistische volkstheologie.

Guénois interviewde kardinaal Burke bij de bisschoppensynode en deze drukte zich, overeenkomstig zijn aard, glashard uit: “De Synode was een moeilijke ervaring. Er was een richting, die van kardinaal Kasper kan men zeggen, waarbij zich diegenen aansloten in wier handen de leiding van de Synode lag. In werkelijkheid schijnt het zo te zijn dat het tussenrapport (relatio post disceptionem) al vóór de toespraken van de Synodevaders geschreven is! En wel in één richting ten gunste van de positie van kardinaal Kasper. Bovendien werd de kwestie van de homoseksuelen ingevoegd (die op geen enkele manier in relatie met het thema huwelijk staat) door er positieve elementen in te zoeken. Een ander punt dat zeer zorgelijk is: het tussenrapport bevat geen enkele verwijzing naar de Heilige Schrift en ook niet naar de Traditie van de Kerk of naar leeruitspraken van paus Johannes Paulus II over de huwelijkspartners. Dat is heel vreemd. Eveneens het feit dat in het slotrapport de paragrafen over de homoseksualiteit en de hertrouwd gescheidenen zijn blijven staan hoewel ze bij de bisschoppen niet de benodigde meerderheid kregen.” En verder: “Ik ben daarom heel bezorgd en roep alle katholieke leken, priesters en bisschoppen op, zich al van nu af aan tot aan de volgende bisschoppenconferentie ervoor in te zetten dat de waarheid omtrent het huwelijk zichtbaar wordt.”

Sleutelfiguren: Kasper, Forte, Fernandez en Marx

Hoe terecht de zorg van kardinaal Burke is, bewijst de weekbijlage Il Venerdi di Repubblica van 27 december 2014 van het leidende links-liberale Italiaanse dagblad La Repubblica. De bijlage is in zijn geheel gewijd aan een “Onderzoek over de Kerk”: 98 pagina’s met 20 artikelen, waarin “het nieuwe tijdperk van Franciscus tussen tegenstanders, heiligen, vervolgden en zondaars” word beschreven. De sleutelfiguur voor La Repubblica is kardinaal Reinhard Marx, de aartsbisschop van München en Freising die een “opening” voor hertrouwd gescheidenen en homoseksuele paren ondersteunt, het moreel verval in het Westen ontkent en, “de zogenaamde secularisering” ziet als een “noodzakelijke ontwikkeling van de vrijheid”. Woordelijk zei kardinaal Marx verder: “En een vrije maatschappij is volgens de echte visie van het evangelie een vooruitgang”. “Franciscus”, aldus Marx, “wil de Kerk terugbrengen naar de oorspronkelijke kracht van haar getuigenis. Hij heeft een duidelijke voorstelling van wat hij wil, maar hij volgt daarbij geen vooropgezet, vaststaand of persoonlijk plan noch een regeringsprogramma. Hij zendt signalen uit en geeft voorbeelden zoals hij met de gezinssynode gedaan heeft.”

De atheïstische “geest”

Als deel van het dossier biedt Marco Ansaldo een interview met de titel “Franzoni, de revanche van de vroegere rode abt”, waarin Giovanni Franzoni, de voormalige abt van de aartsbasiliek van St. Paulus buiten de Muren, volop de ruimte krijgt. Daarin wordt benadrukt dat de stellingen waarvoor hij veroordeeld werd, lijken op de positie die nu door het Vaticaan wordt ingenomen. Franzoni nam als jongste concilievader aan de beide laatste zittingen van het Tweede Vaticaans Concilie deel, bouwde in zijn abdij een “basisgemeente” en werd daarbij steeds radicaler in zijn marxistische opvattingen met het gevolg dat hij in 1973 als abt moest terugtreden en in 1975 door Paulus VI a divinis gesuspendeerd werd. Franzoni werd in 1976 uit de klerikale stand verwijderd omdat hij de wetten ondersteunde waarmee in Italië zowel de echtscheiding als het doden van ongeboren kinderen in de moederschoot toegestaan werden. Bovendien verklaarde hij publiekelijk op de communistische partij te stemmen. Ondertussen is hij met een atheïstische Japanse journaliste getrouwd, die hij eind jaren in het Sandinistische Nigaragua heeft leren kennen, en is hij een voorstander van de legalisering van euthanasie.

Paus Franciscus en een nieuw priesterschap door gehuwde viri probati en gelaïciseerde priesters

Volgens geruchten zou paus Franciscus de bedoeling hebben een aantal gehuwde leken (de zogenaamde viri probati) tot het priesterschap toe te laten en gehuwde en daarom gelaïciseerde priesters weer tot het priesterschap toe te laten, mensen zoals Franzoni of de voormalige franciscaan en antiglobaliseringstheoloog Leonardo Boff, die momenteel met een vrouw in Brazilië samenleeft. Op 17 december bevestigde Boff, die van de bevrijdingstheologie naar de ecotheologie verhuisd is, tegenover het persagentschap ANSA dat hij de paus op diens verzoek materiaal voor de volgende encycliek toegestuurd heeft. En op 28 december schreef hij in een open polemiek met Vittorio Messori op de Italiaanse internetpagina van “Wij zijn Kerk” onder de titel “Steun voor paus Franciscus tegen een nostalgische auteur” de volgende woorden: “Een open Kerk zoals Franciscus van Rome die wil, is bijzonder belangrijk. Het is noodzakelijk dat zij open is voor het binnendringen van de Geest die door sommige theologen “de fantasie van God” genoemd wordt vanwege zijn creativiteit en zijn nieuwheid, in de samenlevingen van de wereld, in de geschiedenis van de volkeren, in de individuen, in de kerken en ook in de katholieke Kerk. Zonder de heilige Geest wordt de Kerk een log, vervelend instituut zonder creativiteit en op een gegeven moment heeft zij de wereld niets meer te zeggen dan dogma’s en nog eens dogma’s, zonder dat zij hoop en levensvreugde wekt.”

Als een tango klinkt als de echo van de muziek op de Titanic

Wie kan nog ontkennen dat er sprake is van een totale verwarring? De tango die op 17 december ter gelegenheid van de verjaardag van paus Franciscus op het St. Pietersplein gedanst werd, herinnert als een verre echo aan andere muziek: die op de Titanic klonk in de nacht van de grote tragedie. Toentertijd dook de top van de ijsberg plotseling uit de duisternis op en de dansers hadden geen idee van de catastrofe die op handen was. Nu is de ijsberg zichtbaar en er zijn mensen die een toast uitbrengen op de onmogelijkheid van een schipbreuk van het scheepje van Petrus. Veel mensen zijn echter bezorgd en hebben sterk de indruk, zoals kardinaal Burke het zei, dat de Kerk een schip is, dat meer en meer gevaarlijk slagzij maakt. Wij horen bij deze mensen en daarom hebben wij het nieuwe jaar 2015 niet met dans en vuurwerk begroet, maar zijn vastbesloten om aan de oproep van kardinaal Burke gehoor te geven en “ons vanaf nu tot aan de volgende bisschoppensynode ervoor in te zetten dat de waarheid omtrent het huwelijk zichtbaar wordt.”

Bron: http://www.mennenpr.nl/Tango_met_de_paus.html


Commentaar: Pastoor Mennen publiceert nooit iets wat hij niet kan onderbouwen. Bovenstaande is niet een vlot, uit de losse hand, geschreven artikel en het gaat juist over die kernzaak: de Bijbel en de traditie, die nu op losse schroeven worden gezet door de uitlatingen van paus Franciscus. Dat is hetgeen pastoor Mennen in het kielzog van kardinaal Burke de haren ten berge doet rijzen.

Dat de Kerk tot zelfvernietiging komt is niet on-Bijbels en komt tot uiting in de brief aan de Thessalonikenzen met een profetie ontleend aan de profeet Daniël, hier in parafrase (2 Thes. 2:3-4): “De Antichrist zal – voorafgaande aan Christus’ wederkomst – alles wat goddelijk en heilig is bestrijden en zich erboven verheffen, om zich in het Vaticaan als de Messias te laten inhuldigen.” (Er staat: om op de troon in Gods tempel plaats te nemen en zich als God zelf voor te doen.) Door wie anders zal hij worden ingehuldigd dan door de dan zittende paus? In de Boodschap van La Salette (p.7, 3e alinea) staat dat Rome de zetel zal worden van de Antichrist (er staat niet dat hij het hoofd wordt van de Kerk). Als we de thessalonicenzenbrief serieus nemen, dan betekent “de poorten van de hel zullen de Kerk niet overweldigen” op zijn volledige vervulling van Mattheüs 16:18 op de Kerk slaat. Dat de mystieke Kerk, deel van het Lichaam van Christus, nooit ten onder gaat, spreekt vanzelf. We moeten echter onderscheid maken tussen het mystieke lichaam en de zichtbare organisatie.