Léonard: Trouw aan de genade van het sacrament van het huwelijk

Trouw aan de genade van het sacrament van het huwelijk[1]

In de veronderstelling dat men goed voorbereid is op de viering van het sacrament geeft deze het echtpaar echter geen magische garantie van stabiliteit. Groot is echter de levensmacht die de Heer in zijn sacrament doet stromen. In elk sacrament is er iets om van ons heiligen te maken en ons naar de volheid van ons leven te leiden. Maar die goddelijke efficiëntie werkt doorheen onze vrijheid. Als het zaad, hoe rijk ook, niet in welkome grond valt, blijft het vruchteloos. Zo is het uitstekend om kinderen te dopen en te laten vormen, maar als men later geen interesse toont voor hun begeleiding, zal de genade van de christelijke initiatie vruchteloos blijven. Communiceren aan het Lichaam van Christus is een wonderbare gave. Eén enkele Communie zou voldoende zijn om van ons heiligen te maken! Op voorwaarde dat we ze met gans ons hart ontvangen. Maar als ik de Hostie op mechanische wijze consumeer, zonder geloof noch liefde, is het voor niets dat de Heer zich aan mij geeft. Op gelijkaardige manier is de wijding tot priester niet voldoende om de efficiëntie te hebben die de Heer voor zijn volk verwacht. Natuurlijk, ook als ik de sacramenten zonder vuur vier, zijn ze werkzaam, maar er zal iets ontbreken dat het meest kostbaar is in de getuigenis van een priester, namelijk die liefdesvlam waardoor het priesterschap mijn leven in vuur en vlam zet.

Zo ook voor het huwelijkssacrament. Het is heel goed om kerkelijk te trouwen nadat men zich voldoende heeft voorbereid. Maar daarna moet men de haakjes niet sluiten! De viering, hoe verzorgd ook, is geen ‘verzekering tegen alle risico’s’. Men moet ook leven van de ontvangen genade. Als na het huwelijk het christelijke leven stagneert, als men nooit bidt – persoonlijk noch als echtpaar -, als men nooit zijn fouten aan de barmhartigheid van God toevertrouwt in het sacrament van de verzoening, als men zich nooit meer voedt met het Lichaam van Christus, als men zich niet samen bevraagt over zijn opdracht als echtgenoten en ouders, zal de genade van het huwelijk wel aanwezig zijn maar vruchteloos blijven. Veel koppels die in de Heer gehuwd zijn, falen omdat de viering van het huwelijk niet werd gevolgd door een authentiek christelijk leven.

De ‘dienst na verkoop’ ontbrak en de verwaarlozing door de klant … Het is alsof ik een schitterende wagen kocht maar daarna nooit de moeite nam om die te onderhouden. Die zou snel in panne vallen!

Hoeveel christenen houden het niet bij: ‘Ik ben gelovig maar niet praktiserend.’ Arm geloof dat zich niet voedt door een regelmatige praktijk! Je gelooft dat Jezus de Zoon van God is die in deze wereld is gekomen. Je gelooft dat in Hem jou het eeuwig leven is geboden. Je gelooft – want je beweert gelovig te zijn – dat Hij jou je partner geschonken heeft, je gelooft dat Zijn leven zich aan jou geeft in de eucharistie, je gelooft dat je Hem op elk ogenblik kunt bereiken door het gebed, je gelooft dat Hij jouw fouten vergeeft in het sacrament van de verzoening, je gelooft dat allemaal, want je beweert gelovig te zijn. En je concludeert dat het overbodig is om te praktiseren en Hem te bereiken daar waar Hij belooft heeft dat je Hem kunt vinden: ‘Neem en eet, dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt.’ Het is een grote inconsequentie. Maar hoeveel koppels gaan hieraan ten onder!

 

Over de onvermijdelijke beproevingen die koppels trotseren

-Een cultuur van onmiddellijkheid

Onze huidige cultuur bevat tal van positieve elementen waarover men zich moet verheugen. Maar zij heeft ook haar gebreken waarvan men zich beter bewust moet worden.

Zo is er het verlangen naar het onmiddellijke, de verrukking over wat voortdurend verandert. De huidige cultuur leert ons amper om te volharden in de inspanning, om trouw door te gaan in de dagelijkse taak, hoe lastig die soms ook is. We leven daarentegen in een tijd waarin het onmiddellijke gevoel en spontane reacties het doen en laten van mensen bepalen. Terwijl – de ervaring leert het – de toekomst behoort aan diegenen die geduldig een situatie kunnen analyseren en die daarna, in weer en wind, zich blijven inspannen om het doel te bereiken dat men zich na rijp beraad heeft gesteld.

-De broosheid van het liefdesgevoel

In de liefde gaat het in sommige opzichten ook zo. Natuurlijk is er in de kracht die ons naar de geliefde persoon stuwt een element van onberedeneerde spontaneïteit. Liefde is niet de conclusie van een redenering. Maar ware liefde dient zich ook te verheffen naar het geduld en de trouw die een volwassen persoon kenmerken. Liefde is niet enkel een voorbijgaand gevoel, het is ook een kwestie van willen, van zich willen engageren voor de ander. Op dit vlak verafgoodt een groot deel van onze cultuur het tijdelijke avontuur, de relatie zonder toekomst, waar de nood om te beminnen een goedkope uitlaatklep vindt, zonder dat het hart zich bekwaamt in de authentieke zelfgave. Hoeveel tv-series en reclames stellen de menselijke liefde niet voor als een vonk die toevallig ontspringt bij een vakantie-ontmoeting, om dan te schitteren tijdens het korte moment dat men er zonder inspanning voordeel van heeft, en vervolgens te verdwijnen voor een nieuw liefdesspel dat van even korte duur zal zijn.

Ook al wijzen de meeste jongeren diep in zichzelf en als ze vrijuit kunnen spreken, deze mercantiele notie van de liefde af en dromen ze van een duurzame verbintenis met een partner die echt bemind wordt om zichzelf, toch zijn ze onvermijdelijk getekend door deze cultuur van onmiddellijke liefde en gemakkelijke seks. De ontspanningen die de consumptiemaatschappij hen biedt, sluiten hen op in een visie op de liefde die wel hun oppervlakkige noden bedient, maar tegelijkertijd hun diepste verlangens negeert.

Leren volharden in de wil om te beminnen

Het is begrijpelijk dat in deze context veel echtparen, nochtans ontstaan op basis van eerlijke gevoelens, nauwelijks voorbereid zijn om te volharden en te groeien in trouw aan de liefde zoals die in het dagelijkse leven beleefd wordt. De moeilijkheden om vrijwillig en geduldig door te gaan in het geven van zichzelf aan de ander, reveleren een ernstig gebrek van bij de aanvang: men heeft teveel gebouwd op het losse zand van het onmiddellijke gevoel, en onvoldoende op de stevige rots van de wil die de ander heeft leren kennen en die zich van ganser harte aan de ander wil geven.

Bij het eerste stootje wordt men danig door elkaar geschud. Botsingen zijn echter onvermijdelijk eenmaal men zich in een leven samen heeft geëngageerd. Er bestaan geen ‘proefhuwelijken’ die blijven duren. Zelfs het samenwonen toont niet altijd de ernst van het leven; in principe kan elke partij zich nog terugtrekken en elders zijn kans wagen. De betekenis verandert helemaal wanneer men zich in een publieke verbintenis resoluut verbonden heeft tot een gemeenschappelijk leven. Dan begint de beproeving van de duurzaamheid en de trouw. Die beproeving zal een mooie vrucht van authentieke liefde dragen als men ze doorstaat in wederzijdse trouw aan de zelfgave aan de ander. Maar het blijft niettemin een beproeving. Als men niet goed voorbereid is op die volhardende inspanning, op dat engagement op lange termijn, zal de beproeving – vooral ze herhaaldelijk opduikt – snel onoverkomelijk lijken.

Hoeveel jonge koppels, die nochtans oprecht van elkaar houden, spreken bij de eerste tegenwind niet over een scheiding of zelfs een echtscheiding? Zij worden daar trouwens toe aangemoedigd door een burgerlijke wetgeving die ‘onthuwt’ met een lichtzinnigheid die het gemak waarmee de mediacultuur aanzet tot relaties zonder toekomst weerspiegelt. Gelukkig zijn de koppels die hun eerste liefdesbeproevingen kunnen toevertrouwen aan hun ouders of aan echtparen met al enige ervaring. Die weten dat hun liefde al tal van stormen heeft doorstaan. Zij hebben in moeilijke momenten geleerd om die te trotseren. Ondersteund door hun vroegere opvoeding hebben zij ervaren dat alle botsingen hun liefde juist versterkt hebben en dat de even talrijke herstellingen hun vreugde in het samenzijn hebben doen groeien.

Een kostbare hulp

Ik had het over de hulp die jonge echtparen die ten prooi vallen aan hun eerste crisis, soms kunnen vinden – maar helaas niet altijd – bij hun ouders of bij bevriende en ervaren koppels. Maar het zou goed zijn om de waaier van mogelijke hulp te verbreden. Voor sommigen zal de deelname aan een gezinsgroep positief zijn. Anderen kunnen beroep doen op de expertise van een huwelijksconsulent of een deskundig psycholoog. Een priester of een diaken waarin men ten volle vertrouwen heeft, kan eveneens kostbare inzichten brengen.

Maar van onschatbare waarde voor allen – ongeacht de sociale of culturele tradities van de betrokken echtparen – zijn de openheid van hart voor God en het vertrouwvol contact met broeders en zusters in het geloof.

Jullie gaan als echtpaar doorheen een stormachtige periode? Schakel Diegene in die jullie verenigd en aan elkaar gegeven heeft! Vertrouw je gekwetst hart toe aan een hart dat groter en meer gekwetst is dan het jouwe, het Hart van Christus, het menselijk Hart van God zelf. Wees niet bang! De Heilige Geest is daar die in u bidt. De barmhartigheid van God is er niet voor de mensen zonder problemen, maar voor u. En de eucharistie is niet uitgevonden voor de engelen, maar voor onze zielen en onze menselijke lichamen.

Misschien voel je de nood om dat geloof in God en Jezus in een meer broederlijke sfeer te beleven? Kijk of er in je parochie of je streek geen gebedsgroep bestaat waar je hartelijk zal ontvangen worden met je angsten en je twijfels. In onze contreien zijn ook plaatsen waar in een klimaat van authentiek geloof broederlijk geluisterd wordt: Paray-le-Monial, Lisieux, Lourdes, Beauraing, Banneux, Koekelberg enzovoort. Ik ben persoonlijk getuige geweest van grote genades die echtparen op de rand van een breuk er ontvingen. Iedereen is er welkom. Van de meeste eenvoudige beroepen tot de meest prestigieuze. Mensen die gemakkelijk tot spreken komen en zij die moeite hebben om zich te uiten. Men komt er tot ontdooiing! Ondersteund door broeders en zusters durft men er geloven in de strikte waarheid, te weten dat de Heer mij bemint, dat Hij hartstochtelijk begaan is met ons koppel, dat Hij met ons is in

de beproeving om er een crisis van groei van te maken. En vooral leert men er om vergeven te worden en te vergeven. Dat is misschien de grootste genade van een christelijk leven dat in een sfeer van broederlijkheid beleefd wordt.

De onvervangbare genade van de liefde

Ik zeg het ernstig: veel mensen sterven door gebrek aan barmhartigheid. En veel echtparen bezwijken bij gebrek aan vergeving.

Men stapelt rancune op rancune, verbittering op verbittering. Het gezwel groeit en wordt nooit echt doorprikt. Wat een groot geluk om zijn hart eens in een groter hart te kunnen uitstorten, om al dit vuil te kunnen lozen in de heldere oceaan van barmhartigheid. We zijn narren geworden. We leven alsof we zonder de vergiffenis van God zouden kunnen. Hij is de bron die blijft stromen, altijd beschikbaar. En daarnaast sterven wij, in onze kortzichtige eigenwaan, van dorst en klagen we dat onze liefde opdroogt … Het is een gelukkig uur van genade, wanneer ter gelegenheid van een bedevaart, van een gebedsontmoeting of van een eenvoudige boeteviering in de parochie (op voorwaarde dat er zoals het hoort ruimte is voor persoonlijke belijdenis en vergiffenis) het hart van steen uiteindelijk breekt, dikwijls met tranen. Die genade is ten diepste persoonlijk, maar vloeit onmiddellijk terug naar het koppel, want het is door vergeven te worden dat men leert te vergeven; het is door te proeven van het goddelijke geduld dat men zelf het geduld van de liefde binnentreedt.

Zeg dus niet te snel: ‘Onze liefde is naar de vaantjes, ons echtpaar is kapot.’ Steun op de gave van God. Hij is in staat om u te redden. En laat u helpen door allen die u met inzicht, raad en daad kunnen bijstaan. En leer vooral opnieuw de kracht van de verkregen en gedeelde liefde. Geloof me: in ons vertrouwen op de genade van het sacrament dat man en vrouw in God verbindt, zijn we veel te terughoudend. Wij durven te weinig beroep doen op de goddelijke Voorzienigheid en op de steun van onze broeders in het geloof. Laat ons weer leren om samen doorheen de beproevingen te gaan! En alles wat we dan zullen ‘geleerd hebben, zal ook vruchtbaar zijn in de vredevolle momenten. Want de echtelijke liefde bestaat niet alleen uit moeilijke momenten, God zij dank! Het is ook in uren van harmonie dat echtparen groeien, op een positieve manier, dankzij vriendelijke dialoog, gezamenlijk gebed en het delen van verantwoordelijkheden.

+ André-Jozef Léonard, Aartsbisschop van Mechelen-Brussel (2015)


[1] Uit: Pastoralia nr 4, april 2015


 

Altijd weer over God spreken

Jan Leechburch Auwers's avatarJan Leechburch Auwers

In de stadshallen van Wenen werd op 13 september 2009 zeer groots het feest van Maria’s Naam gevierd (Maria-Namen-Feier). Bij die gelegenheid hield dr. Manfred Lütz een toespraak, waarvan we de hoofdpunten u hierbij ter kennisneming aanbieden.


 Als ik ieder van u afzonderlijk op dit moment de juiste datum van uw sterven kon zeggen (…), dan ben ik er zeker van dat U vanaf morgen geheel anders zult gaan leven. Want dan zal het voor u duidelijk zijn: dat is een niet te herhalen dag, een dag die u nooit meer krijgt. Trouwens, we kunnen eigenlijk niets ‘herhalen’. We leven heden ten dage in een videomentaliteit, alsof men alles op de video kan vastleggen en herhalen. Dat is een vooropstelling voor een vrolijk atheïsme. Niets kunnen we herhalen! Het huidige moment kan nooit herhaald worden! En op zo’n ogenblik, in het bewustzijn van het niet-herhaalbaar-zijn van ieder moment, kan…

View original post 1.244 woorden meer

‘Gij zult mijn getuigen zijn’ – Over het martelaarschap in deze tijd

Jan Leechburch Auwers's avatarJan Leechburch Auwers

Moeder Maria spreekt duidelijk over het martelaarschap in de Kerk; zij aarzelt geen moment ons dit mysterie glashelder voor ogen te houden, zowel in haar boodschappen van Fatima, als in haar ruimere uitleg aan Don Gobbi. Prof. dr. P. Gumpel, S.J., heeft een lezing gehouden op het congres dat 9 mei 2000 te Rome gehouden werd door Kerk in Nood/Oostpriesterhulp onder het motto: ‘Het martelaarschap op de drempel van het komend millennium’. Prof. Gumpel, voormalig hoogleraar aan de pauselijke Gregoriana-universiteit te Rome, was sinds 1972 verbonden aan de Congregatie voor de Zalig- en Heiligverklaringen te Rome, als ‘relator’ (onderzoeksrechter) van deze congregatie. Wij vertaalden en bewerkten de samenvatting van de lezing van prof. Gumpel uit Der Fels (9-2000).

 

Drie grondprincipes van het martelaarschap

Wat moeten we theologisch verstaan onder het ‘martelaarschap’? In het dagelijks spraakgebruik wordt deze term dikwijls in zeer ruime zin gebruikt. Als bijv. in een bedrijf…

View original post 3.543 woorden meer

Pater Daniel: Aleppo/Mossoul, ‘Waarom een regeringswissel in Syrië?’

Mar Yakub Qara Syrië, vrijdag 28 oktober 2016

Goede Vrienden, 

Volgens onze media  vecht de internationale coalitie ijverig tegen IS.
Voor de NAVO is Turkije  de draaischijf voor deze strijd. En plots komt “den aap” uit de mouw van de Turkse president. Erdogan verklaart doodgemoedereerd dat Aleppo en Mossoul eigenlijk  van Turkije zijn en naar Turkije moeten terugkeren! Zal de NAVO daarvoor ook graag een handje toesteken?
We hopen op, bidden  en ijveren voor het beste:  dat Aleppo werkelijk mag bevrijd worden door de coalitie rond Syrië en dat Amerika en het westen hun menselijke waardigheid hervinden.
P. Daniel


Flitsen uit de gemeenschap

We leven vanaf vandaag nog met acht in de nieuwbouw. . De drie ouderen (de 2 fraters en ik) samen met de drie Nigerianen zijn de  groep die gekomen is om zich te   engageren  in deze  gemeenschap. Een jonge Fransman en Vlaming komen meeleven of meehelpen. Op  vrije basis werken, bidden, studeren zij mee. De Franse chirurg  samen met de Franse  Egyptenaar  en een Franse mevrouw, die twee maanden  met de zusters heeft meegeleefd, zijn vertrokken.  De chirurg voelt zijn komst een beetje aan als een mislukking. Hij had ruim een maand voorzien om te komen helpen. Vlak voor zijn vertrek kreeg hij uiteindelijk als eerste en enige de vergunning om als vreemde arts te mogen werken. Hij heeft vooraf een verkenningsbezoek gebracht aan Aleppo en besefte dat hij een ploeg nodig heeft rondom zich voor het opstarten van een zinvol werk, dat  later ook enigszins kan verder gaan. Hij kent geen Arabisch en is niet vertrouwd met de cultuur. Hij denkt er nu aan om zelf een ploeg samen te stellen en later terug te keren. Zijn vergunning blijft immers geldig. Inmiddels was  hij een aangename gast  die graag meehielp met karweitjes en contact genomen heeft met het plaatselijk medisch centrum in Qâra en tevens de gemeenschap verzorgd heeft bij allerlei  ziektes en kwalen. Donderdagavond hebben we wat eerder eucharistie gevierd, een tijd aanbidding gehouden, samen het avondmaal genomen om afscheid te nemen van de drie Fransen. De chirurg stelde zich de vraag of zijn familie en vrienden hem gaan geloven als hij vertelt dat de werkelijke toestand hier op vele punten tegengesteld is aan al wat de westerse media melden.

Het kaarsenfabriek is  weer in werking omdat er een bestelling is.  Daar moet nu van ons uit alleen toezicht over gehouden worden. Er zijn twee werklieden die kaarsen maken, en ’s middags krijgen zij eten van  wat ook wij eten en wat  de fraters hebben klaar gemaakt. Iedere dag is er overvloed aan werk, zorg en onverwachte gebeurtenissen. Bovendien wordt ons gevraagd deze dagen extra te bidden voor de bevrijding van Aleppo en Mossoul omdat het beslissende dagen zijn. Daarom wordt ’s avonds de “paraclisis’ gebeden en tussendoor is er vrije aanbidding voorzien in de kerk. Tegelijk wordt iedere dag nog gewerkt aan de hulpgoederen, vooral kleding en medisch materiaal:  sorteren, noteren en klaar maken voor verzending.

Aleppo

De wettige coalitie rond Syrië is Aleppo geleidelijk aan het bevrijden. Er blijven echter grote moeilijkheden. De terroristen weigeren zich over te geven en de VS weigeren, nu al bijna een jaar, hun “gematigde rebellen” te scheiden van de gekende terroristengroepen en al Qaida omdat ze die hele groep terroristen in Syria willen houden om alsnog de regering omver te werpen.   Hierdoor blijven ze samen met al Qaida naar hartenlust moorden en verwoesten. De acht uitgangen die voorzien zijn voor de bevolking worden door de terroristen onder vuur genomen, evenals de hulpkonvooien. Er zijn slechts enkele mensen kunnen vluchten. Vitaly Churkin, Russisch ambassadeur bij de UNO onthult dat de VS  Tow anti-tank raketten , wapens en afweergeschut aan de terroristen blijven leveren. En gisteren vernamen we dat er op het Karmelitessenklooster in Aleppo een enorme obus werd afgevuurd,  die gelukkig niet ontplofte.

En de media  liegen verder. Voor de westerse pers zijn er plots geen terroristen meer in Aleppo. Ook de gevierde oorlogsjournalist van de vrt komt weer met een verhaal dat de werkelijke toestand in de oorlog moet onthullen: “de IS tracht zich met alle middelen te verdedigen”. Het is alsof hij smeekt om hen ocharme toch te helpen in hun wettige zelfverdediging tegen de  gruwelijke agressie van Syrië en Rusland.  Het zijn allemaal van die brave gematigde rebellen die de democratie proberen te brengen. Dat de  bewoners van Oost Aleppo hun gruwelen willen ontvluchten om in het gebied dat door het Syrische leger gecontroleerd wordt, bescherming te zoeken, mag niet vermeld worden. Het Syrische en Russische leger worden voorgesteld als de echte misdadigers. In Mossoul helpen zogenaamd de VS mee om de stad te bevrijden (d.w.z. in feite om de IS te verplaatsen!), maar daar wordt niet  het minste kwaad aangericht. In Aleppo is wat Syrië en Rusland doen zogenaamd verschrikkelijk. Hoe kan er vrede komen wanneer de internationale coalitie de terroristen langs alle kanten blijft helpen en tegelijk  de media vertellen dat ze hen aan het bestrijden zijn? Zelfs in de UNO veiligheidsraad wordt opgeroepen om de zogenaamde “oorlogsmisdaden” van Syrië en Rusland te stoppen.  “Van vergadering naar vergadering gaat het spektakel verder, telkens nieuw, zoals de golven van de zee, in de sfeer van een tragedie : zij die de bevolking willen bevrijden van de  wreedheden van de  terroristen  zijn de criminelen, schuldig aan oorlogsmisdaden voor  het internationaal strafhof. Zij die de terroristen financieren en beschermen zijn de helden, zoals de Witte [S]Helmen, goed voor de Nobelprijs voor de vrede. ‘n Mooie voorstelling, wie kan dat nog begrijpen ?... » (Michel Raimbaud, oud Frans ambassadeur). Diezelfde auteur zegt dat Amerika zich onderscheidt “door zijn gekende arrogantie, zijn ouderwetse pretentie en de algehele mislukking van zijn diplomatie”!

Een Parijse vriend die zo juist Aleppo bezocht en die de blijvende  leugens in het westen wil aanklagen, stuurt me volgende pakkende video, die hij maakte. De mensen vertellen over de  verschrikkelijke verwoestingen door de terroristen, terwijl vroeger de armste Syriër hier eten, werk en een huis had. Het eten en het leven waren trouwens heel goedkoop, allemaal dank zij de regering en de president. Een van de  geïnterviewden vertelt dat  zijn broer door  een scherpschutter werd gedood. Voor hem is de VS gelijk aan Daesh, terwijl ze de wereld willen wijsmaken dat ze Daesh bestrijden. Waarom zij niet weggaan? “Wij houden van ons land en onze regering”. https://www.dailymotion.com/video/x4ysza5

Waarom een regeringswissel in Syrië?

Vanaf het begin van de oorlog tegen Syrië heeft het westen aangedrongen op een “regeringswissel”. Dit blijft tot heden het nagestreefde doel. Om dit te verantwoorden werd een gruwelijk beeld opgehangen van de Syrische president en de regering alsof het vooral de wil van het volk zou zijn. De werkelijkheid is echter geheel anders. Geen enkele regering en geen enkele president is volmaakt. De overgrote meerderheid van alle lagen van de Syrische bevolking staat nu echter wel achter hun regering omdat ze de beste garantie biedt voor het behoudt van de soevereiniteit van het land. De “regeringswissel” is slechts een voorwendsel om deze onafhankelijkheid te breken, de rijkdommen van het land te plunderen en hier eigen marionetten te zetten die de belangen van het westen dienen. Een “regeringswissel” betekent in feite een volkerenmoord op de alawieten, een uitmoorden of verdrijven van de christenen en een algemene  chaos, zoals VS en NAVO in Libië bewerkt hebben.

Als we dieper nadenken over de vraag  waarom een regeringswissel geëist wordt, kunnen we deze drie elementen onderscheiden. Syrië is een lekenstaat en duldt geen religieus fanatisme of moslimextremisme. Welnu, al decennia lang promoot Washington de extremistische moslimbroeders opdat zij in het Midden Oosten de  leiding zouden nemen en zo de landen kunnen ontwrichten. Al vanaf 1980 krijgen de moslimbroeders van Washington hiervoor de nodige wapens. Syrië heeft verschillende pogingen van de moslimbroeders in zijn recente  geschiedenis kunnen afslagen. Ook Egypte heeft nu het land van Morsi en zijn moslimbroeders kunnen bevrijden. Syrië is erg gehecht aan deze laiciteit om een harmonieuze samenleving te bewaren.  Zo hebben we het voor de oorlog alom kunnen ervaren en zo is de houding van het volk nu nog.  Iedere dag leven, werken en bidden wij samen met moslims in de  grootste harmonie. Vervolgens is Syrië Arabisch nationalistisch. Het is een fier volk dat trots is op zijn geschiedenis en zijn eigenheid als bakermat van de beschaving en als wieg van het christelijk geloof.  Syrië wil niet opgeslorpt worden  door super-nationale structuren en wetten waarin het zichzelf niet meer kan zijn. En dit gaat rechtstreeks in tegen de zogenaamde “nieuwe wereldorde”, waaraan al decennia lang vanuit machtige westerse lobby’s gewerkt wordt. Het uiteindelijke doel van deze nieuwe wereldorde is iedereen en alles te onderwerpen. Zo kan de  wereldfamilie tot een grijze  kneedbare deeg herleid worden. Vandaar de wereldwijde aanvallen tegen de soevereiniteit van de landen, tegen de eigenheid van huwelijk en gezin  en tenslotte de eigen seksualiteit van man en vrouw. Tenslotte is Syrië Arabisch socialistisch. Syrië wil zijn energierijkdommen niet laten opgaan in multinationals zodat de voordelen aan anderen ten goede komen. Syrië wil dat de rijkdom van het land aan het Syrische volk zelf ten goede komt. Ook dit gaat radicaal in tegen de  westerse liberale en neo-koloniale strevingen, die de grote bedrijven graag “privatiseren” zodat het land zelf minder en minder greep krijgt  op eigen rijkdommen. Een klein teken van dit “socialisme” is dat de prijs voor de basisvoeding, het brood, altijd uiterst goedkoop was. Nu nog, in de  grootste crisis vanwege de oorlog  zorgt de regering er voor dat  de broodprijs erg laag blijft.

De grote meerderheid van het volk heeft deze westerse manipulatie vrij vlug doorzien. Vandaar werd de huidige president in democratische verkiezingen, waarin alle oppositiepartijen konden meedoen, met een overweldigende  meerderheid gekozen. Ondanks het feit dat internationale waarnemers deze verkiezingen als volkomen normaal en democratisch hebben erkend, bleef het westen schreeuwen dat ze onwettig waren, omdat hun grote terroristenleiders die in luxueuze villa’s wonen in Doha, Ankara, Parijs of Brussel van deze verkiezingen deskundig waren uitgesloten. Om te mogen meedoen moest men minstens de laatste tien jaar in Syrië gewoond hebben. Het westen kent echter slechts twee vormen van regering: enerzijds de westerse democratieën  en anderzijds de andere, nationale democratieën, die het eenvoudig dictaturen noemt. Laten we vooraf zeggen dat democratie nooit bestaan heeft, ook niet in het oude Griekenland, dat uiteindelijk gebouwd was op slaven. Bovendien zijn  alle westerse democratieën bezaaid met dictatoriale elementen alsook met elementen die de eigen soevereiniteit ondermijnen. En de andere nationale democratieën  hebben soms vormen, gebouwd op de stamhoofden die op merkwaardige wijze heel de bevolking vertegenwoordigen. Als het westen zo bekommerd is om de democratie zou het  best erkennen dat alleen het Syrische volk  het recht heeft om te beslissen over zijn eigen regering. En dat heeft het gedaan en zal het blijven doen. Laat dat volk dan ook gerust.

Interessante website

Van een vriend kreeg ik volgende website  toegestuurd, opgesteld door ex-moslims, die enkele ongemakkelijke waarheden over de islam openbaren, ook in het Vlaams. Het steunen waard, om zich bewust te worden van wat er werkelijk gaande is. Dat er ook in Vlaanderen een verblinding heerst op dit gebied, bewijst het feit dat het boek  “Uit liefde voor de islam”  dit jaar de prijs van het religieuze boek gekregen heeft.  De jury heeft blijkbaar geen kennis  van de schrijver, die ik tweemaal bezocht en die in onze streek zo vreselijk handelde tegen de christenen  in het begin van de  oorlog, dat zijn bisschop (niet de regering!) zich verplicht zag hem zelfs het land uit te zetten. Nu blijkt hij als Syrische  “vredesactivist” in Vlaanderen vereerd te worden!

www.exmoslim.orgexmoslim@exmoslim.org

Pater Daniel


Namens pater Guy Borreman sj
Zr Lucienne


 

10 geboden van God beter dan de 10 geboden van… de tegenstander

Op een van de hoogste heuveltoppen in Elbert County, Georgia, bevindt zich een reusachtig granieten monument. Op de vier reuzenstenen die samen de deksteen steunen staan in acht verschillende talen tien ‘guides’, of vrij vertaald ‘tien geboden’. Maar het zijn niet de tien geboden die Mozes volgens het boek Exodus op twee stenen tafelen ontving op de top van de berg Horeb in de Sinaïwoestijn.

Mozes Guidestones.

  1. Ik ben de eeuwige uw God die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb.
  2. Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.
  3. Gij zult de naam van de Eeuwige, uw God, niet ijdel gebruiken.
  4. Gedenk de Sabbat, dat gij die heiligt.
  5. Eer uw vader en uw moeder.
  6. Gij zult niet doodslaan.
  7. Gij zult niet echtbreken.
  8. Gij zult niet stelen.
  9. Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.
  10. Gij zult niets begeren dat van uw naaste is.

De groep die verantwoordelijk is voor de Georgia Guidestones is een van de vele gelijkaardige groeperingen die samen naar een nieuwe wereldorde, een nieuw economisch wereldsysteem en een nieuwe wereldspiritualiteit werken. Achter die groepen zitten echter duistere geesten. Als we de aard van die duistere geesten niet begrijpen, is het onmogelijk om de wereldgebeurtenissen te ontcijferen.

Hoewel de Georgia Guidestones door weinigen gekend zijn, zou het een belangrijke link naar een geheime hiërarchie – die de wereld waarin wij leven overheerst – zijn. De oorsprong van het vreemde monument is gehuld in geheimzinnigheid, omdat niemand de ware identiteit kent van diegene, of diegenen, die verantwoordelijk is/zijn voor de oprichting. Het enige dat men met zekerheid weet, is dat in juni 1979 een netjes geklede en welbespraakte vreemdeling het bureau van de Elberton Granite Finishing Company bezocht met de mededeling dat hij een monument wou bouwen om een boodschap aan de mensheid over te brengen. De vreemdeling identificeerde zich als R. C. Christian, maar weldra werd duidelijk dat dit niet zijn echte naam was.

De openbare bibliotheek van Elberton heeft een boek dat door iemand die zich R. C. Christian noemt geschreven is. Daarin staat te lezen dat hij het monument heeft opgedragen aan Thomas Paine en de occulte filosofie die hij heeft aangenomen. Dat lijkt meer dan geloofwaardig, want tot op de dag van vandaag worden de Georgia Guidestones nog steeds gebruikt als vergaderplaats voor geheime ceremonies en mythische vieringen.

Georgia Guidestones

  1. Handhaaf de menselijke bevolking onder de 500 miljoen zielen in permanente balans met de natuur.
  2. Leid wijselijk de voorplanting – verbeter bekwaamheid en diversiteit.
  3. Verenig de mensheid met een moderne nieuwe taal.
  4. Regel hartstocht – geloof – traditie – en alle dingen met getemperde redelijkheid.
  5. Bescherm mensen en naties met eerlijke wetten en correcte rechtszitting.
  6. Laat alle naties hun interne geschillen regelen met externe disputen in een wereldrechtbank.
  7. Vermijd bekrompen wetten en nutteloze ambtenaren.
  8. Breng persoonlijke rechten met sociale plichten in evenwicht.
  9. Prijs waarheid – schoonheid – liefde door het streven naar oneindige harmonie.
  10. Wees geen kanker op de aarde – laat ruimte voor de natuur.

Indien we vandaag de wereldbevolking naar 500 miljoen mensen willen brengen, betekent dit dat we circa 94 procent van de mensheid zullen moeten uitroeien. De verwijzing van de Georgia Guidestones om een wereldtribunaal op te richten overschaduwd de huidige stappen om een internationale rechtbank en een wereldoverheid op te richten. Het streven naar oneindige harmonie reflecteert de huidige inspanningen om het Joods-christelijke geloof door een nieuwe godsdienst of spiritualiteit te vervangen.

De berichten die op de Guidestones gegraveerd werden behandelen dus vier belangrijke zaken:

1.Totstandbrenging en bestuur van een wereldoverheid,
2. Controle over bevolkingsaantal en geboortebeperking, drastische vermindering van het bevolkingsaantal op aarde
3. Milieu en de relatie van de mens met de natuur,
4. Een nieuwe spiritualiteit bevorderen en het opheffen het Joodse en het christelijke geloof

Een boek over de Georgia Guidestones dat door Elberton Granite in 1981 gepubliceerd werd kunt u hier www.wired.com downloaden (pdf-download 70 Mb).

Vgl. bronnen: http://www.youtube.com/watch?v=EuntQKpt4Uwhttp://www.grenswetenschap.nl/permalink.asp?i=3150

A. Ory: Tekenen van Hoop

Beheerder Website's avatarLegioen Kleine Zielen van het Barmhartig Hart van Jezus.

Tekenen van Hoop

Toespraak te Chèvremont op 25-8-1991

Beste kleine zielen,

Lkz sept 1991De laatste tijd hebben wij zeer merkwaardige gebeurtenissen meegemaakt, zowel in de wereld als in de Kerk, gebeurtenissen die ons zeer hoopvol stemmen voor de toekomst.

Op wereldvlak kunnen wij in het recente verleden verwijzen met de afbraak van de Berlijnse muur en in het heden naar de ontbinding van de communistische partij in Rusland. Precies gebeurtenissen van gisteren en vandaag. Een paar jaren voordien kon niemand daarvan dromen, het lag niet in het bereik van de mogelijkheden. Maar wat onmogelijk leek werd verwezenlijkt in een minimum van tijd. De ontbinding van de communistische partij werd voltrokken op het feest van Maria Koningin, 22 augustus 1991.

Nog indrukwekkender is dat al deze omwentelingen plaats gevonden hebben zonder noemenswaardig bloedvergieten. Slechts een drietal jonge mannen werden door tanks verpletterd in Moskou en werden uitgeroepen tot ware volkshelden. De Sovjetunie, die…

View original post 1.938 woorden meer

Christians, the most persecuted by NATO-terrorist gangs in Syria, dies for their faith every 5 minutes: “Syria is over 6000 years old – its people will always restore what our enemies destroy” [Video Eng Subt]

syrianpatriots's avatarthe real Syrian Free Press

“Syria is over 6000 years old,
its people will always restore what our enemies destroy”

This short documentary film Expulsion (Izgnanie), made for the Russian television channel Rossiia, focuses on the plight of Christians in war-torn Syria. This subject is worthy of greater attention than it has received in the mainstream Western media, hence our effort to subtitle this project.

After all, Christians are one the most persecuted groups in the world. Their depopulation is a general trend in the entire Middle East and North African region (MENA), not just in Syria.

This documentary states that, for instance, half of Palestine’s population was once Christian, but now only 5% remain. In Iraq, of the million and a half Christians prior to the U.S. invasion, only 10% are there today. In 2013, OSCE estimated that a Christian dies for his faith every 5 minutes.

syria-christ-flag

Now, with the escalation of the war and…

View original post 440 woorden meer

“Laatste gesprekken met Peter Seewald” – Joseph Ratzinger in het hart van de geschiedenis van het hedendaagse christendom


Derde en laatste boek van P. Seewald in gesprek met Benedictus XVI, over het leven van de paus emeritus, met werkelijk interessante aanvullingen.

“Laatste gesprekken met Peter Seewald”

Joseph Ratzinger in het hart van de geschiedenis van het hedendaagse christendom

 

Rome, Zenit.org, door Gérard Leclerc

«Het is belangrijk dat het geloof in de huidige tijd blijft. Volgens mij is dat de primordiale opdracht”: Gérard Lelerc haalt dit citaat uit de « Laatste gesprekken » van Benedictus XVI met Peter Seewald, uitgegeven bij Fayard. Wij hernemen onderstaande lezing van dit boeiende boek integraal over uit nr. 5310 (14 oktober 2016) van France Catholique.

Joseph Ratzinger, opvolger van Johannes Paulus II op de stoel van de Heilige Petrus, zal één van de grote figuren van de katholieke Kerk geweest zijn in de huidige tijd. Als jong theoloog aan de zijde van kardinaal Frings, aartsbisschop van Keulen, gaat hij op het Tweede Vaticaans Concilie in de schaduw een hoofdrol spelen in wat Johannes XXIII het conciliaire aggiornamento noemde. Zijn theologische dimensie plaatst hem de facto te midden van de belangrijkste doctrinaire werkzaamheden. Zijn opvallende positie als voorstander van vernieuwing binnen de Kerk in het kader van haar diepste en onbetwistbare traditie, brengt hem van toen af onder algemene aandacht. Vanaf het einde van het concilie waarschuwt hij namelijk voor een verflauwing van het geloof en plaatst zichzelf dwars tegenover een bepaalde “conciliegeest”. Hij bevindt zich meteen in de geestestoestand van ouderen die ook zijn meesters zijn: Jean Danielou, Henri de Lubac, Hans Urs von Balthasar. Tegen zijn zin geroepen tot de hoogste functies in de Kerk, medewerker geworden en vervolgens opvolger van Johannes Paulus II, is hij enigszins de garant en gerant van de conciliaire hervorming, waarvan hij één van de initiatiefnemers was, in volledige doctrinaire continuïteit met het patrimonium van de katholieke Kerk. Vanuit zijn teruggetrokken leven in het klooster Mater Ecclesia, in de tuinen van het Vaticaan, blijft hij de weg van de Kerk en de ontwikkelingen van de moderne theologie met de grootste aandacht volgen.

Als paus emeritus, spreekt hij niet meer in het publiek, tenzij met mondjesmaat en op domeinen die eigen zijn aan een privé theoloog. Hij blijft niettemin een buitengewoon getuige van wat door de Kerk beleefd werd op het ogenblik van de conciliaire wending, maar ook stroomopwaarts en stroomafwaarts. Daarom kan men Peter Seewald niet dankbaar genoeg zijn dat hij met Benedictus XVI een gesprek verder zet dat reeds in 1996 begon en dat hem toeliet twee boeken te schrijven die onmisbaar zijn om het werk en de bestemming van Joseph Ratzinger te begrijpen (Zout der Aarde en Licht van de Wereld). Het laatste en pas verschenen boek bevat vele nuttige preciseringen over het verleden, meer bepaald over de beproevingen tijdens zijn pontificaat. Omdat de journalist alles in chronologisch en biografisch perspectief wou plaatsen, laat het boek de dingen met een panoramische blik bekijken.

Over het leven van de paus emeritus, komen daarin aanvullingen voor vanaf zijn prille kindertijd, die werkelijk interessant zijn. De jongen is helemaal ingeworteld in het Beieren waar hij geboren werd. En volgens hem is er een fundamenteel verschil tussen een Beier en een Rijnlander, ook al zijn beiden katholiek. De intellectueel die beroepshalve aan het universele gehecht is, misprijst zijn oorsprong dus helemaal niet, evenmin als zijn situatie in de tijd. De roeping van de theoloog heeft zich binnen een bepaalde context ontwikkeld, namelijk die van het naoorlogse Duitsland. De jonge man die naar het seminarie gaat, hoeft geen stap te zetten die een vraagteken is en hoeft zich nog minder te beschuldigen omwille van het nazisme dat zijn kindertijd en adolescentie nochtans heeft getekend. Zijn familie heeft altijd alleen maar afkeer gevoeld voor deze diabolische ideologie en hijzelf wachtte slechts op bevrijding ervan door de overwinning van de Geallieerden. Speculaties, ook in Frankrijk, over zijn deelname aan nazistische jeugdbewegingen, verplicht voor jongeren van zijn leeftijd, zijn onzin; dank zij één van zijn professoren verkreeg hij het trouwens ervan ontslagen te worden.

Zijn zorg is die van een jonge man die wil deelnemen aan de vernieuwing van de katholieke Kerk in de omstandigheden van die tijd. In die zin aarzelt hij niet zich progressief te noemen, in overeenstemming met bepaalde gedachtestromingen in een “moderne en kritische” richting. Hij is dus echt van zijn generatie, als reactie op een zeker conformisme dat meer bepaald de confrontatie verbiedt met hedendaagse denkers: “Op dezelfde manier als ik in filosofie de invloed onderging van vragen en twijfels en ik weigerde mij tevreden te stellen om een gesloten systeem te leren en te aanvaarden, heb ik geprobeerd het begrip van theologische denkers uit de Middeleeuwen en de moderne tijden te vernieuwen en te verdiepen. In het onderhavige geval, heeft het personalisme, dat toen in de lucht hing, mij bijzonder bekoord en leek het mij een goed vertrekpunt voor een filosofische en theologische reflectie”.

Maar wat verstaat hij juist onder “vooruitstrevend”? “Wij waren vooruitstrevend. Wij wilden de theologie integraal vernieuwen en aan de Kerk een nieuwe vorm geven, levendiger. Wij hadden het geluk in een tijd te leven waarin de jeugdbeweging en de liturgische beweging nieuwe horizonten, nieuwe wegen geopend hadden. Wij wilden de Kerk doen vooruitgaan, wij waren overtuigd dat het zo zou mogelijk zijn haar te verjongen.” Het is niet alleen een kwestie van generaties. Vernieuwing veronderstelt opnieuw kritisch onderzoek verrichten en de intellectuele perspectieven verruimen. De jonge universitair zal de beproeving moeten dragen van een autoritaire blokkering op het moment dat hij zijn thesis verdedigt van de theologie van de geschiedenis volgens de heilige Bonaventura. Hij heeft niets van een rebel, hij wil de structuur en de leer van de Kerk helemaal niet contesteren. Integendeel, hij verlangt het geloofsmysterie alleen te verdiepen, verwijzend naar de diepste traditie van de Kerk en naar de studie die haar grootste leraren verricht hadden.

Het is heel belangrijk de exacte notie van deze vooruitstrevendheid te begrijpen, want zij die kardinaal Ratzinger later zullen verwijten dat hij de oriëntaties van zijn jeugd heeft ingetrokken, hebben niet altijd begrepen waarover het ging. Ja, het is waar dat de jonge Ratzinger voorstander is van Kerkhervorming en scherpe kritiek heeft op een zeker wegzakken van het katholicisme in de liturgie, in een overmatige centralisatie, in de relaties met andere christelijke belijdenissen. Hij keurt bepaalde vormen van spiritualiteit af die te sentimenteel zijn of ook een onaangepast begrip van de banden met de moderne Staat. In het geheel zou dit een redelijk explosieve mengeling kunnen zijn, in staat om in het begin van Vaticanum II harde botsingen te verwekken, waarmee hij trouwens geassocieerd werd. Maar men dient op zijn hoede te zijn alleen reeds door het feit dat deze vooruitstrevendheid ontdaan is van het politieke en ideologische karakter dat het in dezelfde tijd in Frankrijk bekleedde. Overeenstemming met een ideologie van marxistisch type en samenwerking met de communistische beweging zijn de Beierse theoloog totaal vreemd, terwijl zij veel ruimte innemen in de Franse vooruitstrevendheid.

Men kan trouwens vaststellen dat de reflectie over de theologie van de geschiedenis bij de heilige Bonaventura bijdraagt tot een verheldering van het debat in zijn politiek-godsdienstig perspectief. Daarin zou geen politiek messianisme kunnen voorkomen, dat gerechtvaardigd wordt door de eschatologische interpretatie van een Joachim van Flores. Een tijd van de Geest die verder gaat dan de godsdienst van de Zoon, wordt evenmin beoogd, terwijl min of meer iedereen overtuigd is dat iets anders moet volgen op het regime van de Kerk: “Na het Nieuwe Testament, had Bonaventura geschreven, zal er geen ander zijn, en men mag het sacrament van de nieuwe wet niet opheffen want dat testament is eeuwig”. Deze opmerking is helemaal niet onschuldig. Als kardinaal de Lubac een kwart eeuw later, zijn studie publiceert over Het spirituele nageslacht van Joachim van Flores, is het omdat heel een progressieve en modernistische tendens een fundamentele mutatie van de Kerk beoogt, die heel wat anders is dan de wil tot hervorming, die Johannes XXIII en Paulus VI beoogden en die ondersteund werd door theologen als de jonge Beier. In zijn synthetisch boek Het denken van Benedictus XVI (Ad Solem), merkt Aidan Nichols goed het verschil op: “Hij was niet zozeer geleid door een imperatief van modernisatie of aanpassing, een aggiornamento, dan door een terugkeer naar de Bijbelse, Kerkvaderlijke en Middeleeuwse bronnen, een herbronning. Hij behoorde tot wat pater Congar noemde ‘een katholicisme dat zich opnieuw heeft laten inspireren en daardoor een katholicisme is dat helemaal op Christus is gericht, en dus ook Bijbels, liturgische, Paschaal, communautair, oecumenisch en missionair is …’”.

De tegenstelling zal in de schoot van het concilie zelf te voorschijn komen, wanneer de Lubac en Ratzinger zich rekenschap gaan geven dat er gevaar bestaat voor een modernistische uitspatting. Een gevaar dat ook opgemerkt wordt door orthodoxe en lutherse waarnemers op het concilie. Dit gevoel gaat toenemen met de discussie over de Constitutie Gaudium et Spes en de verbondsbreuk tussen Frans- en Duitstaligen, die zich manifesteerde in de drie eerste zittingen van Vaticanum II. Er was fundamentele onenigheid over een soort van historisch optimisme, waarin de heilskwestie afwezig leek. Ik voeg daar aan toe, omdat ik er dikwijls met kardinaal de Lubac over gesproken heb, dat het de eerste versie van Gaudium et Spes van de Franstalige redactie opvallend ontbrak aan ware theologische structuur en dat men moest wachten op de bijdrage van Mgr. Wojtyla en zijn ploeg uit Krakau om de tekst uiteindelijk tot evenwicht te brengen. Het ging om een antropologische aanvulling, waar Gods roeping van de mens en Zijn heilswil helemaal zichtbaar worden. Uitgaande van die doctrinaire preciseringen zal het latere leergezag en vooral dat van Johannes Paulus II kunnen optreden in antwoord op de hedendaagse vereisten.

Het einde van het concilie en het pontificaat van Paulus VI zullen niet minder getekend zijn door een crisis van aanzienlijke omvang, die zelfs degenen zou doen twijfelen die terecht beschouwd werden als de inspirators van Vaticanum II. Vanaf 1965 drukt Joseph Ratzinger zijn bezorgdheid en zelfs zijn ontsteltenis uit. Ten overstaan van de katholieke studenten van Munster deinst hij er niet voor terug zich de vraag te stellen “of de situatie onder het regime van de zogenaamde conservatieven uiteindelijk niet beter was dan zij onder de macht van de progressieven kan zijn”. Een jaar later, spreekt hij op de Katholikentag in Bamberg over “een eindresultaat dat gekenmerkt is door scepticisme en ontgoocheling” en zijn toespraak wordt zonder beperking door Henri de Lubac goedgekeurd. Wat is er gebeurd? Ook vandaag nog vraagt de paus emeritus zich ten overstaan van zijn gesprekspartner af: “De bisschoppen wilden het geloof vernieuwen, verdiepen. Maar andere krachten hebben gespeeld, die steeds sterker werden, vooral de journalisten die veel dingen anders geïnterpreteerd hebben. Op een moment vroegen de mensen zich af: wel, aangezien de bisschoppen alles willen veranderen, waarom mogen wij dat ook niet? De liturgie begon af te brokkelen en week voor willekeur. Men heeft al vlug kunnen vaststellen dat wat met goede bedoelingen begon, naar een andere richting leidde. Vanaf 1965, heb ik het dus als mijn plicht beschouwd duidelijk te zeggen wat wij niet wilden dat gebeuren zou”.

Pater de Lubac was letterlijk getraumatiseerd door de rol van de pers op het moment van het concilie, zodat hij van dat beroep een afkeer kreeg. Het is zeker dat er een probleem is dat sindsdien alleen maar toegenomen heeft door de almacht van de media die hun eigen leergezag opleggen. Het concilie van de media was niet dat van het corpus van Vaticanum II, en al te dikwijls heeft het mediaconcilie zich aan de opinie opgedrongen. Maar de schade had kunnen beperkt blijven indien de episcopaten hun werk zouden gedaan hebben om de grote teksten van Vaticanum II uit te leggen, op de manier van kardinaal Wojtyla in zijn bisdom Krakau. In de plaats daarvan werd de verwarring verspreid, bovendien gevoed door afwijkende stromingen die het geheel van het instituut deden wankelen. Ik zou daaraan het getuigenis van von Balthasar kunnen toevoegen, die het gebrek aan ernst afkeurde van de theologie die in naam van het concilie op de seminaries onderricht werd. Kardinaal Frings wiens houding vanaf de eerste dagen van het genoemde concilie bepalend geweest is, had vervolgens “diepe wroeging”.

Is Ratzinger dan veranderd, heeft hij zijn aanvankelijke “vooruitstrevendheid” achterwege gelaten? Dat is de stelling van zijn oud-collega Hans Küng, die beweert dat de verandering veroorzaakt is door de studentencontestatie en de herrie waarvan Ratzinger het voorwerp zou geweest zijn. Wat de betrokkene ontkent: “Tijdens mijn lessen is nooit het geringste incident gebeurd”. Wat niet belet dat zich in de universitaire wereld een klimaat van ideologische terreur verspreid had als gevolg van 1968. Peter Seewald evoceert trouwens de ergernisgevende houding van Küng die “u tientallen jaren lang, met zijn laster en kwaadsprekerij letterlijk achtervolgd heeft – door bijvoorbeeld te beweren dat u een bewakingssysteem had ingevoerd, de Stasi waardig. En dat u na uw ontslag de bedoeling had te heersen als een paus in de schaduw”. Deze hardnekkige vijandschap volgde na de vriendschap die de twee mannen lange tijd bij elkaar had gebracht, wat veelzeggend is voor de diepe breuk die zich in de Kerk had voorgedaan.

Men dient deze gegevens in het hoofd te hebben als men de latere bestemming van professor Ratzinger wil begrijpen. Hij had de roeping van professor door zijn intellectuele aanleg, zijn profiel als onderzoeker en zijn pedagogisch talent. Bovendien beseft hij het werk dat moet gerealiseerd worden in de richting die altijd de zijne geweest is en die hij in tegenstelling tot de beweringen van zijn tegenstanders, altijd gehandhaafd heeft. We herhalen dat deze lijn die van de herbronning is binnen de grote Traditie, naar het voorbeeld van Newman, met de wil een antwoord te geven op de uitdagingen van het hedendaagse denken. Maar in 1977 breekt Paulus VI het vaste ritme van zijn leven door hem naar voor te schuiven op de kardinaalszetel van München en Freising. De paus van het concilie wordt gedreven door de noodzaak een man tot de hoge hiërarchische verantwoordelijkheden te bevorderen die de tijdsproblemen beheerst en zich bekwaam toont met het gepaste onderscheidingsvermogen leiding te geven. Vijf jaar later, zal Johannes Paulus II hem naar Rome roepen, omdat zijn aanwezigheid absoluut aangewezen is wegens zijn doctrinaire soliditeit. Zijn langdurige samenwerking met de Poolse paus zal hem onlosmakelijk verbinden met de last van een buitengewoon pontificaat, en men had kunnen denken, zoals hijzelf trouwens dacht, dat de dood van de paus hem in zijn laatste jaren eindelijk zou bevrijden om zijn oorspronkelijk werk te voltooien.

Doch, de kardinalen gingen er anders over beslissen door hem de gevreesde opvolging op te leggen, waarvan hij de mogelijkheid weigerde onder ogen te zien, zo « dwaas, onredelijk » leek ze hem. Hij zou echter moeten beslissen de functie te aanvaarden, aangezien de “hakbijl” gevallen was. Het is ongetwijfeld te vroeg om een balans van dit pontificaat te maken, ook al was het eerder kort. Men kan tenminste enkele kostbare aanwijzingen bewaren van hem die deze taak op zich genomen heeft: “Wanneer men een pontificaat begint met 78 jaar, kan men geen grote veranderingen beogen en ruime perspectieven openen die men zelf niet tot een goed einde zou kunnen brengen. (…) Ten tweede, als het om grote veranderingen gaat, welke zouden het kunnen zijn? Het is belangrijk dat het geloof in de huidige tijd blijft. Volgens mij is dat de primordiale opdracht. Al het overige gaat om administratie kwesties en het was niet onmisbaar ze in orde te brengen binnen de tijdspanne die mij gegeven was”.

Van een paus theoloog onthoudt men het onderricht dat hij met zijn bevoorrecht charisma heeft kunnen geven. Maar deze man van het denken wist ook te besturen, indien nodig met energie, meer bepaald in pedofiliezaken. Hij deed op dat vlak trouwens niets anders dat de zware last afwerken die hij begonnen was op de congregatie voor de geloofsleer. Peter Seewald heeft niet nagelaten de pijnlijkste gebeurtenissen van die jaren aan te snijden waarin de aanvallen van de vijand, die van de gelegenheid gebruik maakte, niet ontbroken hebben. De affaire Williamson verschijnt in deze context als de meest schadelijke. De paus was niet ingelicht over de onzinnige uitspraken van deze afwijkende bisschop: “Terwijl de affaire reeds bekend was, leek het mij onbegrijpelijk, onvoorstelbaar dat niemand bij ons ervan bewust was”. Ik zou er wat mij betreft aan toevoegen dat het ook onvoorstelbaar is dat degenen die het wisten en de rechtstreekse medewerkers van Benedictus XVI waren, hem er opzettelijk niet over gesproken hadden. En het is onmogelijk Mgr. Fellay, overste van de Broederschap van de H. Pius X, te beschuldigen, die iemand terecht had ingelicht.

Ondanks de onaangenaamheden en pijnlijkheden die hij had meegemaakt, is het helemaal niet in een geestestoestand van mislukking dat Benedictus XVI besloten heeft zijn taak neer te leggen. Niet het schandaal van Vatileaks of de indruk ontoereikend te zijn, waren voor deze beslissing bepalend. Trouwens, de delicate zaken waren geregeld: “Ik heb me kunnen terugtrekken omdat de rust op dat vlak teruggekeerd was. Het was geen terugdeinzen onder druk, noch een vlucht omdat ik niet bekwaam zou geweest zijn deze zaken ten einde te voeren”. In alle eenvoud, zei de paus emeritus aan Peter Seewald hoe hij dit ontslag dat ongezien is in de geschiedenis van het pausdom, innerlijk en ten overstaan van God had voorbereid. Hij had op voorhand de tegenwerpingen opzij geschoven van degenen die menen dat Benedictus XVI door dit gebaar, de essentie zelf zou veranderen van de zending van de opvolger van Petrus en dat zij in zekere zin gedesacraliseerd zou worden. Inderdaad, op het ogenblik van het ontslag, was er een overvloed aan commentaren over de ommekeer binnen het instituut. Maar de meerderheid van degenen die zich zo uitdrukten, deden niets anders dan hun afkeer voor dit instituut uiten, dat onverdraaglijk voor hen was door zijn fundamentele oorspronkelijkheid. Dat heeft de opvolger van Benedictus XVI, Franciscus, niet belet zijn taak verder te zetten, met zijn eigen kwaliteiten, maar op zo’n manier dat het pausdom niet ophoudt mogelijkheden tot vernieuwing te tonen binnen de continuïteit van de dienst, waarvan Christus het mandaat aan Petrus gegeven heeft.

[1Dernières conversations, Benoît XVI avec Peter Seewald, Fayard, 288 blz., 22 Euro

 

Vertaling door Maranatha-gemeenschap

Namens pater Guy Borreman sj

Zr Lucienne

 

 

 

Verklaring van trouw aan de onveranderlijke leer van de Kerk over het huwelijk en aan haar ononderbroken discipline

pastoor20meDeze verklaring is opgesteld door 78 katholieke persoonlijkheden en nadien door tienduizenden getekend. Vertaald uit het Engels vanaf de website van de Voice of the Family, waar u ook de verklaring mede kunt ondertekenen.

Initiatief en Nederlandse vertaling : Pastoor Mennen

Wij leven in een tijdperk waarin talloze krachten huwelijk en gezin proberen te vernietigen of te vervormen. Zonder twijfel doen seculiere ideologieën hun voordeel met de crisis in het gezin en verergeren die. Die crisis is een resultaat van een proces van culturele en morele decadentie. Dit proces brengt katholieken ertoe zich aan te passen aan onze neo-paganistische samenleving. Hun “gelijkvormigheid met de wereld” (Rom. 12, 2) wordt dikwijls bevorderd door een gebrek aan geloof – en dientengevolge aan bovennatuurlijke geest om het mysterie van Christus’ kruis te aanvaarden – en de afwezigheid van gebed en boete.
De diagnose van het Tweede Vaticaans Concilie betreffende de ziekten die huwelijk en gezin hebben getroffen, is geldiger dan ooit: “wij zien haar verduisterd door de polygamie, de plaag van de echtscheiding, de zogenaamde vrije liefde of door andere misvormingen. Bovendien wordt de huwelijksliefde maar al te vaak ontheiligd door egoïsme, genotzucht en ongeoorloofde praktijken tegen de voortplanting” (Vaticanum II, Pastorale Constitutie Gaudium et Spes, 7 december 1965, nr. 47).
Tot voor kort bleef de katholieke Kerk het bastion van het echte huwelijk en het echte gezin, maar dwalingen rond deze twee goddelijke instituties zijn in katholieke kringen tegenwoordig wijd verspreid, vooral na de Buitengewone en Gewone Synode over het gezin, respectievelijk in 2014 en 2015, en de publicatie van de Postsynodale Apostolische Exhortatie Amoris Laetitia.
Met het oog op deze aanval voelen de ondertekenaars zich moreel verplicht hun vaste voornemen uit te spreken trouw te blijven aan de onveranderlijke leer van de Kerk met betrekking tot de moraal en de sacramenten van het Huwelijk, de Verzoening en de Eucharistie en aan haar tijdeloze en blijvende discipline betreffende deze sacramenten.
Inhoud:
I. Met betrekking tot de kuisheid, het huwelijk en de rechten van ouders
II. Met betrekking tot samenwonen, gelijkgeslachtelijke verbintenissen en burgerlijk huwelijk na echtscheiding
III. Betreffende de natuurwet en het persoonlijke geweten
IV. Met betrekking tot onderscheiding, verantwoordelijkheid, staat van genade en staat van zonde
V. Met betrekking tot de sacramenten van verzoening en eucharistie
VI. Met betrekking tot de moederlijke en pastorale zorg van de Kerk
VII. Met betrekking tot universele geldigheid van het constante leergezag van de Kerk
VIII. De altijd jeugdige stem van de Kerkvaders
Besluit

Engelstalige samenvatting: http://voiceofthefamily.com

Engelstalige volledige tekst: http://www.filialappeal.org/full


Teken HIER de verklaring

De verklaring werd reeds ondertekend door diverse kardinalen en bisschoppen, waaronder Kardinaal Burke, Kardinaal Carlo Caffarra en Mgr. Athanasius Schneider. Ook tal van andere vooraanstaande theologen en filosofen, zoals de top-filosoof Prof. Josef Seifert, ondertekenden de verklaring.