Armand Ory: ‘De priester in het gedrang’

Landgraaf, 10-12-2016, Legioen Kleine Zielen, pastoor Geudens.

Gidsen en Herders gevraagd 

Iedereen weet dat in het vrije Westen een dreigend gebrek aan priesters bestaat. Menig pastoor is de laatste in zijn parochie. Binnen een tiental jaren zullen de meesten van hen niet meer fungeren, omdat ze dan te oud zullen zijn of reeds gestorven. En nieuwe kandidaten zijn uitermate schaars. De toestand is dramatisch. Normaal zou er een noodkreet moeten opstijgen: Priesters gevraagd! Asjeblieft! Dringend! Priesters gevraagd!

Sommige mensen lanceren een heel andere kreet, met weglating van het verlangen naar priesters. Hun noodkreet is: ’Gidsen en herders gevraagd’. Men voelt blijkbaar nood aan gidsen, die de juiste weg kunnen tonen; men voelt blijkbaar minder nood aan priesters.

De vele nieuwe ambten en diensten te midden van het Godsvolk laten vermoeden dat het priesterschap, zo niet afgeschreven, dan toch op het achterplan geraakt is in deze moderne tijd. Een gewezen seminarist, die onlangs de cursussen volgde in een opleidingscentrum en thans als jonge priester in de pastoraal werkzaam is, vertelt dat hij eigenlijk nooit duidelijk het profiel van de priester ontwaard heeft in zijn cursussen ter zake.

Stel u voor dat een student-geneeskunde of een student-ingenieur tijdens zijn opleiding moeite zou hebben om het profiel van geneesheer of ingenieur te ontwaren in zijn cursussen! Wat ondenkbaar is in deze profane opleiding, is soms werkelijkheid geworden in de priesteropleiding.

Waar nog het profiel van de priester ontwaren in het bos van ambten en diensten, van gidsen en herders? Normaal zou het profiel van de priester in een grootseminarie moeten stralen uit de cursussen zoals een lichtbaken schijnt voor matrozen op zee. Het zou de blikvanger bij uitstek moeten zijn, om veilig de haven binnen te varen.

Vele seminaristen hebben de indruk tijdens hun opleiding dat ze naar hun ideaal, het priesterschap, moeten zoeken als naar een verdoken rietstengel in een rietveld. Een onooglijk sprietje tussen duizenden andere stengels. Waarom is het ideaal van het priesterschap zo diep in de verdrukking geraakt? Heeft dit te maken met sociologie of met theologie, en zo ja, met wat soort van theologie? Is het priesterbeeld door een sociologische context te herijken?

Een gulden middenweg 

Iedereen wil een gulden middenweg bewandelen. Ook op dit gebied wordt de stelling gehuldigd: ‘Grondovertuiging is dat niet alleen een clericale maar ook een priesterloze kerk een scheefgetrokken kerkbeeld is.‘

Dat een priesterloze Kerk binnen de catholica een scheefgetrokken situatie voorstelt, weet iedereen. Heeft het evenwel nog zin te spreken over een ‘clericale Kerk’ in dit tijdsbestand, nu de vooruitzichten op die priesterloze toestand verre van utopisch zijn?

Wat wordt bedoeld met een ’clericale Kerk’? Een Kerk waarin de clerus de perken te buiten gaat; te veel machtsvertoon aan de dag legt; te zeer haar wil opdringt aan anderen?

Vijftien jaar geleden stonden velen nog als priester in het onderwijs met een haast uitsluitend profane leeropdracht: Latijn, Grieks, Frans, wiskunde, geschiedenis. Behoorden dergelijke priesterleraars toen en ook nu nog tot een ’clericale Kerk’, omdat zij als priester profane vakken onderwezen in een katholieke school?

Of is een clericale Kerk, een kerk waar een ’priester’ hoofd is van de eredienst? Heet men voortaan een parochie met inwonende priester een clericale parochie? En trekt dat inwonen de situatie scheef, in de ogen van sommigen die het wegvallen van de priester toejuichen?

Bestaat in Polen, bestaat in Joegoslavië een scheve situatie omdat de seminaries er proppensvol zijn? Werkt het groot aantal roepingen de ‘clericale Kerk’ soms in de hand? Aansluitend bij de jongste Synode over de opleiding van de priesterkandidaten stonden bisschoppen uit het Westen verbaasd, toen bisschoppen uit het Oostblok vertelden dat zij er zoveel roepingen hadden.

Bij deze confrontatie kregen bisschoppen uit het Westen ’medelijden’ met die bisschoppen uit het Oostblok, omdat zij niet voldoende professoren en gebouwen hadden voor hun kandidaten. Zij stelden onmiddelijk voor hun professoren te sturen naar de seminaristen achter het IJzeren Gordijn. Hadden zij niet beter enkele priesters van daar naar hier uitgenodigd als missionarissen in onze ontkerstende landen?

Of zou het kunnen dat er juist zoveel roepingen zijn in het Oostblok, omdat zij er dat soort professoren missen, die in het Westen Kerk en Evangelie, paus en priesterschap in twijfel trekken? Vormen rijkgevulde seminaries wel een scheefgetrokken Kerk, omdat er dan ‘priesters’ benoemd kunnen worden op alle belangrijke posten in de Kerk? Of zijn vele en goede roepingen het bewijs van een oergezonde Kerk?

Moest men tussen een Kerk zonder priester en een Kerk met overvloedige roepingen een gulden middenweg zoeken, waarbij de priester schaars geworden is en vele kansen geboden worden aan gidsen en herders van allerlei slag? Is dat wel degelijk een voorbeeld van gulden middenweg? Of is dat veeleer een symptoom van geestelijke teloorgang?

Thans zijn de rollen omgekeerd. Vroeger moesten priesters vaak profane vakken doceren; thans worden godsdienstlessen meestal door leken gegeven, waarvan niet altijd gevergd wordt dat ze ‘gelovig’ zijn. In sommige kringen volstaat het dat een godsdienstleraar ‘neutraal’ informatie doorspeelt over een of andere godsdienst, zoals een priesterleraar ook neutraal informatie kan overbrengen aan zijn leerlingen over Griekse mythologie. Ook worden lekentheologanten opgeleid om stap na stap zoveel mogelijk openstaande functies in het kerkelijk leven in te palmen.

Wat beogen mensen die zo’n kerkpolitiek voeren? De opbloei of de afschaffing van het Christendom? Beide zijn mogelijk.

Sommige priesters krijgen de indruk liefst zo snel mogelijk te moeten verdwijnen. Sommige erfgenamen van mijnheer pastoor kijken deze laatste de deur uit. Velen gaan akkoord met de volgende keuze: ’Parochies zonder ter plaatse wonende pastoor. Welke uitdaging en welke kansen brengt dit met zich mee?’

Dat sommige bisschoppen en gelovigen desondanks het wegvallen van de priester als de ’ramp der rampen’ beleven, lijken zij niet te beseffen. Breng honderd, breng duizend gidsen en herders bijeen, zij zijn niet in staat één H. Mis op te dragen. En dat is veruit het voornaamste wat onze gelovigen nodig hebben.

Jezus heeft geen nieuwe godsdienst gesticht!

Wie argwanend staat tegenover het priesterschap, houdt er ook vaak bizarre ideeën op na over Jezus. Zo schrijft een gekend theoloog: “Jezus wil geen nieuwe godsdienst stichten. Hij heeft niet de bedoeling een apart Godsvolk of een nieuwe religieuze groepering naast Israël op te richten. Hij wil integendeel heel Israël werven voor deze beslissende heilsdoorbraak”. 

In deze bewering zijn uiteraard betrouwbare en niet-betrouwbare elementen versmolten. Waar is, dat Jezus heel Israël heeft willen werven voor zijn beslissende heilsdoorbraak. Toch heeft Hij een totaal nieuwe godsdienst gebracht. Waarom zouden de wetgetrouwe joden anders zijn dood geëist hebben? Joden weigerden een mens als God te aanbidden, zelfs indien deze mens keizer van Rome was. Toch aanbaden joodse volgelingen van Jezus – onder meer de twaalf apostelen – de mens Jezus als God.

Het Christendom belijdt trouwens deze godheid van Jezus als een van de hoofdpunten van zijn openbaring. Treedt het Christendom hierdoor alleen reeds niet aan als een gloednieuwe godsdienst? Het Jodendom aanbidt geen Godmens; het Christendom wel. Of mag men achterste voor redeneren. Wie niet meer aanvaardt dat Jezus een nieuwe godsdienst heeft gesticht, twijfelt misschien ernstig aan zijn godheid?

Deze godheid was wel degelijk geopenbaard door Jezus. Het is geen hoedje dat zijn volgelingen Hem op het hoofd hebben gezet. Als sommige moderne theologen dat toch beweren, verkondigen zij dan een nieuwe waarheid, of een oude dwaalleer?

Laatste Avondmaal zonder priesterwijding?

In dezelfde lijn wordt hier en daar verkondigd: “Zo is het een duidelijk anachronisme te zeggen dat Jezus op het Laatste Avondmaal zijn eerste priesters heeft gewijd.”

Wat bedoelt men met deze uitspraak? Anachronisme betekent iets uit een latere tijd plaatsen in een vroegere tijd of vice versa. Iets wat niet past bij een bepaalde tijd. Zo beweren sommigen dat de priestertoga een ’anachronisme’ is in onze tijd, een overblijfsel uit het verleden, hier of daar nog gehandhaafd door iemand die de evolutie gemist heeft. Een attribuut voor Bokrijk.

Betekent deze bewering wellicht dat het priesterschap niet door Jezus is ingesteld, maar een uitvinding is van latere datum en onterecht overgeheveld werd naar het Laatste Avondmaal?

Of is de auteur belust op spitsvondigheden als hij beweert dat Jezus geen priesters heeft gewijd op dat moment? Om priesters te wijden draagt een bisschop steeds een kazuifel. Jezus heeft geen kazuifel gedragen, noch bij de wijding van de apostelen tot priester, noch bij het opdragen van zijn eigen offer op Calvarië.

Volstaat dit ontbreken van een kazuifel evenwel om te zeggen dat het een duidelijk anachronisme is te zeggen dat Jezus op het Laatste Avondmaal zijn eerste priesters heeft ‘gewijd’?

Of wat moest Jezus nog meer doen dan zeggen aan zijn apostelen: ‘Doet dit tot mijn gedachtenis’, om vissers om te vormen tot priesters? Toch worden dergelijke ideeën doorgespeeld aan sommige priesterkandidaten.

Als Jezus geen nieuwe godsdienst gesticht zou hebben, is het ook wel logisch dat Hij geen priesters voor die godsdienst heeft ‘gewijd’. Als Hij wel een nieuwe godsdienst heeft willen stichten, is het even logisch dat Hij gezorgd heeft voor priesters in die nieuwe godsdienst met als gloednieuwe taak: ‘Doet dit tot mijn gedachtenis’. Hierdoor is de priester van het N.T. totaal verschillend van de priester van het O.T.‚ omdat Jezus’ nieuwe godsdienst, het Christendom, ook grondig verschilt van het Jodendom.

Een ecclesiologische kernvraag

Het begrip ’hiërarchie’ is bij velen tegenwoordig in discrediet geraakt. Priester Poppe had zijn spiritualiteit destijds nog opgebouwd, naast Eucharistie en Mariadevotie, op het grote belang dat hij hechte aan de hiërarchie, te weten paus, bisschop, priester.

Tegenwoordig zijn velen allergisch geworden van het begrip ’hiërarchie‘, omdat men het niet meer christelijk, maar veeleer marxistisch invult.

Een Franse ecclesioloog schrijft: “Al te lang is deze articulatie (van verantwoordelijkheid) gedacht volgens het schema clerus-leken. Mede onder druk van de heersende maatschappijmodellen heeft deze tweedeling zich in de geschiedenis verhard tot een strakke opdeling tussen bestuurders en onderdanen, leraars en luisteraars, celebranten en passieve participanten. Dit model was misschien aangepast aan de vroegere agrarisch-hiërarchische maatschappij. Maar het functioneert niet meer in onze verstedelijkte en hoog-technische wereld met zijn veralgemeend onderwijs en zijn functionele relaties. Dit model kon ook niet op een bevredigende manier de verantwoordelijkheid binnen de gelovige gemeenschap articuleren. De priesters werden overgewaardeerd en losgehaakt van de gemeenschap. Met een eigen macht bekleed konden zij als het ware op zichzelf priester zijn. Deze ’autonomisering’ van de clerus had als keerzijde een ’religieuze diskwalificering’ van de overige gelovigen. Zij konden niet echt participeren in het creatieve zoeken rond geloofsverwoording en liturgische gestaltegeving, in de opbouw van de gemeenschap en de liturgische gestaltegeving.” 

Wellicht is de huidige malaise rond de priester in de Kerk te begrijpen vanuit deze omschrijving. Het komt er op neer dat voorheen de priester over- en de gelovige onder-gewaardeerd werd. Wellicht waren er in de ogen van de auteur toen te veel priesters die te veel te zeggen hadden en breekt nu in zijn ogen de tijd aan waarin de priester in aantal en in invloed drastisch afslankt en de gelovige aangroeit in participatie.

Of deze visie christelijk of onchristelijk is valt te onderzoeken. De auteur geeft blijk geen jota begrepen te hebben van wat een katholieke Kerk is en haar bedienaar de priester. Hij beoordeelt de Kerk als een van de honderden maatschappijen. Volgens de marxistische maatschappij-analyse deelt hij de kerkleden op in heersers en onderdrukten: bestuurders, leraars en celebranten enerzijds, onderdanen, luisteraars en participanten anderzijds.

Deze opdeling is in zijn ogen verkeerd en houdt een scheefgetrokken kerkbeeld in stand. Hij gaat er alleszins tegen aan. Vroeger paste dat, volgens de auteur, wellicht in een agrarisch-hiërarchische maatschappij, thans functioneert dat niet meer in een verstedelijkte wereld.

De clerus was autonoom, hij had het voor het zeggen, de overige gelovigen konden niet echt deelnemen in het creatieve zoeken rond geloofsverwoording, liturgie, opbouw van de gemeenschap en dienst aan de wereld, zo beweert hij.

Het zou natuurlijk ook kunnen dat het aangevochten kerkbeeld wel het juiste kerkbeeld was en is, en dat het aangeprate kerkbeeld totaal scheefgetrokken is. Dit is de uitdaging die ons voorgelegd wordt. Dat moet onderzocht worden.

In het ene geval juicht men, in het andere geval treurt men als de priester op onze dagen verdwijnt of althans afslankt. Biedt het wegvallen van de priester in onze parochies reuzekansen voor leken, of luidt dat de teloorgang van Kerk en Christendom in?

In deze context is er sprake van een agrarische-hiërarchische maatschappij. Wil dit zeggen dat de hiërarchie van de Kerk (paus, bisschop, priester) voorbijgestreefd is, nu iedereen onderwijs genoten heeft?

De Kerk een eigen maatschappij

Hoofdfout in deze redenering is de vergetelheid dat de Kerk een maatschappij ’sui generis’ is. Als maatschappij heeft de Kerk een totaal eigen structuur en dat is te verklaren vanuit haar goddelijke oorsprong.

Zij is in het leven geroepen door Jezus Christus, die ons een totaal nieuwe waarheid geopenbaard heeft. Alle geloofsmysteries overstijgen het menselijk vernuft. In het Evangelie staat deze openbaring opgetekend.

De hiërarchie, van paus tot priester, staat rechtstreeks in dienst van deze openbaring, om ze integraal en onvervalst door te spelen aan de gelovigen. Dit heeft niets te maken met klassenstrijd of standenverschil.

Heeft Jezus niet gezegd: ’Gaat en onderwijst alle volkeren.’ Impliceert dit niet dat de gemandateerden trouw voortverkondigen aan de gelovigen wat Jezus geopenbaard heeft en de Kerk voorhoudt te geloven? Natuurlijk zijn er dan leraars en luisteraars, celebranten en participanten. Zelfs een hoogleraar aan een universiteit, die heel de dag door doceert, is in wezen luisteraar tegenover het leergezag van de Kerk, behartigd door de hiërarchie. Niet omdat de leden van de hiërarchie slimmer zouden zijn dan hoogleraars, maar omdat zij een wijsheid doorspelen, die hun door Jezus geopenbaard werd.

In deze context heeft de gelovige niet het recht creatief te zoeken of Jozef toch de natuurlijke vader van Jezus kan zijn, niet het recht te loochenen dat Maria lichamelijk maagd is, en niet het recht te loochenen dat Jezus God is. De geloofsverwoording hoort finaal niet thuis bij de man in de straat, maar bij het officieel leergezag van de Kerk. Waarom? Deze hiërarchie heeft als taak trouw de openbaring van Jezus te handhaven; gelovigen aan de basis zijn er tegenwoordig vaak op uit eigen waarden en waarheden, die opgang maken in een bepaalde tijd en in een bepaald land, als geloofsinhoud te nemen.

De teksten van canon en consecratie mogen bv. niet ‘creatief’ samengeknutseld worden in een of ander liturgisch atelier. Als de gelovigen hier hun eigen gang gaan en formules bedenken die indruisen tegen de gegevens van de hiërarchie, trekken zij de Kerk scheef. En niet andersom. Door de auteur wordt min of meer gesuggereerd dat de Kerk scheef staat, als de priester zijn liturgische voorschriften onderhoudt in trouw aan de hiërarchie, en dat ze recht staat als iedereen creatief zijn eigen liturgie zou bedenken.

Hierdoor zou het mysterie van de werkelijke aanwezigheid in de H. Hostie het eerste punt zijn dat kwijtgespeeld wordt. Dit is het centrale punt van het laatste Avondmaal, tijdens hetwelke Jezus gevraagd heeft: ‘Doe dit tot mijn gedachtenis.‘

Een mens kan met zijn verstand niet begrijpen hoe een stukje brood werkelijk het Lichaam van Christus kan worden, hoe een slokje wijn werkelijk het H. Bloed van Christus kan worden. Om dat mysterie te omzeilen proberen heel wat liturgische ateliers nieuwe formules te bedenken, waarin dat grondmysterie naar menselijke maat vertaald wordt.

De priester, als trouw lid van de hiërarchie, staat deze knutselaars in de weg, omdat ze dan hun eigen bedenksels niet aan de man kunnen brengen. Het rechte kerkbeeld wordt door sommige voorgangers en -gangsters scheef genoemd. Vandaar een aanval op de hiërarchie in het algemeen en op de priester in het bijzonder. Voorlopig hem natuurlijk nog niet afschaften. De priester kan alleen vervangen worden door de priester, schrijft de auteur, maar als hij niet vervangen wordt grijpen wij de kans van ons leven.

Jezus was een leek

Wie over het priesterschap nadenkt, komt uiteindelijk terecht bij Jezus, aan wie elke priester zijn wijding ontleent. De auteur blaast warm en koud over het priesterschap van Jezus. Citaat: Jezus behoorde niet tot de priesterklasse. Hij was zo je de term al kunt gebruiken, een leek”.

Deze formule is vatbaar voor kritiek. Dat Jezus niet thuishoorde in de Joodse priesterklasse, zoals Zacharias, de vader van Johannes de Doper, is juist. Als daaruit afgeleid wordt dat Jezus een ‘leek’ was, wil dit zeggen dat Jezus ook geen priester genoemd mag worden van het N.T. want leek wordt bij ons gebruikt als tegenhanger van priester.

Misschien zou een juistere formule zijn: Jezus behoorde niet tot de Joodse priesterklasse, maar Hij was de eerste hogepriester van het Nieuwe Verbond en als dusdanig was Hij geen leek.

Men kan moeilijk onwetend zijn over de Hebreeënbrief, die Jezus de enige, echte ’hogepriester’ noemt. Waarom Jezus dan tussendoor een ‘leek’ noemen, dat bij ons betekent ’geen priester’?

Wie een aanval beraamt op het priesterschap doet er natuurlijk goed aan de oorsprong van het priesterschap bij Jezus in vraag te stellen, of daaromtrent verwarring te zaaien.

Jezus’ kruisdood wordt meteen in het gedrang gebracht. Wie het offerkarakter van de H. Mis wil aanranden, doet er best aan dit reeds in de kiem te smoren, nl. bij Jezus’ eigen kruisdood. Velen hebben tegenwoordig moeite met Jezus’ kruisdood, als zijnde meer dan een fiasco, nl. als bewerker van de verzoening van het zondige mensdom met God. Hier en daar leest men bij een theoloog het volgende: “Zijn kruisdood is geen ritueel sacrificie maar de uiterste en brutale consequentie van zijn godsdienstig leven dat zich vertaalde in radicale mensendienst. Dat kruis was ook geen zoenoffer om een vertoornde godheid te bedaren.” 

Dit kan ’listig proza’ genoemd worden. Tegen de leer van de Traditie in worden woorden als ’sacrificie’ en ’zoenoffer’ ontkend, maar op een listig aanvaardbare wijze. Sommigen beweren zo ook dat in bepaalde gevallen ’officiële’ bedevaarten verboden zijn, wat juist is, om hierdoor de idee te verspreiden dat ’bedevaarten’ zonder meer verboden zijn, wat onjuist is. Zo wordt nu beweerd dat Jezus’ kruisdood geen ’ritueel’ sacrificie is, wat waar is, om stiekem te leren dat het geen ’sacrificie’ zonder meer is, wat verkeerd is.

Het ’sacrificie’ van Jezus op het kruis is inderdaad geen ‘ritueel’ offer; anders moest Jezus de gepaste gewaden hebben aangetrokken, die een priester draagt tijdens de rituele plechtigheden. Jezus was daarentegen zelfs van zijn gewone klederen beroofd.

Het gevaar is evenwel niet denkbeeldig dat menig lezer elk offerkarakter van Jezus‘ kruisdood leert loochenen, na gelezen te hebben dat het geen ‘ritueel’ sacrificie is.

De auteur gokt daarbij verkeerd omtrent de doodsoorzaak bij Jezus‘ terechtstelling, als hij beweert dat deze te verklaren is door zijn radicale ‘mensendienst‘. Dit is ‘larie’ die wel vaker als theologie op de merkt wordt gebracht.

In verband met het begrip ‘zoenoffer’ blaast hij koud en warm tegelijk. Misschien is het geen zoenoffer om een ’vertoornde godheid te bedaren’, zoals in de heidense religies, maar het zou verkeerd zijn daaruit af te leiden dat Jezus’ kruisdood geen ‘zoenoffer’ is zonder meer. En dit wordt blijkbaar gesuggereerd. Veiligheidshalve komt Sint Paulus toch ook ter sprake waarin de ’verzoening’ dan weer wel aan bod komt: ‘God was het die in Christus de wereld met zich verzoende’ (2 Kor. 5,19).

Waarom ja en neen schrijven op éénzelfde bladzijde? Dan is de auteur in staat zich wit te wassen als hij aangevallen wordt voor heterodoxie, en kan hij toch zijn eigen visie verkondigen, in de overtuiging dat het kwaad sterker is dan het goede, de leugen rapper is dan de waarheid.

Aan de hand van de Boodschap

Beëindigen wij deze benadering van de huidige aanval op het begrip priester met een citaat uit de Boodschap van Jezus’ barmhartige Liefde: “Vraag mijn priesters, dat ze mijn volk herbronnen in de Liefde en de Waarheid. De priester draagt het merkteken van zijn God, het is onuitwisbaar en als zodanig heeft hij recht op de diepste eerbied vanwege al mijn kinderen. De dwaling en de ontrouw van sommige leden van de Heilige Kerk kan het Stempel niet uitwissen waarmee de Heer hun ziel gemerkt heeft. Bidt met grote naastenliefde voor uw priesters die blootstaan aan verschrikkelijke bekoringen. Mijn kleine zielen, stelt uw trouw en uw liefde tegenover de machten van het kwaad die de wereld beheersen met hun ketterijen. Blinden leiden blinden op dit ogenblik. Ze hebben alle zin voor de bovennatuurlijke realiteiten verloren en de mens is een god geworden voor de mens. Ze aanbidden wat ze moesten verbranden. Op listige wijze doden zij God in de zielen. De liefde heeft antennes die de golven van het kwaad opvangen en deze teniet doen. Maar wie de liefde niet heeft is verloren” (2.5.1971).

Armand Ory

Zeer Eerwaarde Heer Pastoor Armand Ory werd geboren te Hoepertingen (Belg. Limburg) op 10 januari 1927 en overleed, uitgeput van zijn noeste arbeid, in de Heer te Sint-Truiden op 9 november 2002. Hij werd priester gewijd te Luik op 22 juli 1952. Was leraar te Genk en te Borgloon en daarna gelijktijdig pastoor te Hendrieken-Voort en Gelinden (Belg. Limburg). Na zijn scheiding van de Kleine Zielen werd hij stichter-schrijver van “Sint-Lambertus kring”. Bij zijn overlijden hield dit op te bestaan. Zijn belangrijkste werk tijdens zijn leven was het aanbieden aan de H. Kerk van de “Funktionele Exegese”, boek met imprimatur van Mgr. Heuschen, over de historiciteit van de Evangeliën, en een aantal boeken waarin deze exegese op de Bijbel (N.T.) wordt toegepast.

Overlijdensbericht pastoor Ory: http://www.inmemoriam.be

Verdieping in de werken van pastoor Ory: Op de KULeuven KADOC  (Katholiek documentatiecentrum) zie hun website; https://kadoc.kuleuven.be

Uit; Tijdschrift ‘Het Legioen Kleine Zielen’, Orgaan van het Legioen Kleine Zielen van Het Barmhartig Hart van Jezus, Uitgever G. De Winter, Deurne, Achttiende Jaargang, Nr. 4, December 1990, blz. 9-17.


Mars voor het Leven: veel volk, veel zegen

10 december 2016, Stirezo.nl.

Wij keren net terug van de Mars voor het Leven. Een volgepakte dag, die begon met een Heilige Mis en eindigde met aanbidding van het Allerheiligst Sacrament en een borrel. Daartussen was een toespraak van katholiek activist Michael Voris.

En er was natuurlijk de Mars! Had je niet kunnen missen als je deze zaterdag in Den Haag was. Een lange, dikke sliert trok door de stad. In stilte, ter herinnering aan de 30.000 kinderen die elk jaar het leven laten door abortus.

Dit jaar was de opkomst historisch hoog: naar schatting meer dan 5000 man. Toen SGP-leider Kees van der Staaij vroeg wie voor het eerst bij de Mars was, staken meer dan duizend mensen de hand op. De bescherming van het ongeboren leven leeft!

Naast Van der Staaij sprak ook Hugo Bos, bestuurslid van Stichting Recht Zonder Onderscheid. Hij sprak namens de katholieken.

Hugo Bos benadrukte dat wij abortus alleen kunnen stoppen als wij ook stoppen met het loskoppelen van seksualiteit met voortplanting. Abortus is het resultaat van een cultuur waarin voortplanting gezien wordt als onwelgevallig product van seksuele omgang. Daarom moeten wij ook anticonceptie afwijzen en bekritiseren.

Wij vanuit Stirezo danken Schreeuw om Leven van harte voor het organiseren van een uitstekende Mars voor het Leven. Chapeau!

Een dag met veel volk en veel zegen. Wij hebben nu al zin in volgend jaar!



Victory in Aleppo: 1000s of CIA Daesh Terrorists Surrender

GeoPolitics101's avatarCovert Geopolitics

With yesterday’s failure of Western Daesh benefactors to obtain another ceasefire in Syria that could have extended the “regime change” operations of the CIA and US State Department [here], the ISIS commanders on the ground have no other choice but to raise the white flag and avail themselves of the long standing Syrian government offer of amnesty and safe passage away from Aleppo City and neighboring areas.

View original post 874 woorden meer

Bishop Schneider Defends Four Cardinals’s Dubia

atha_schn_cfn
“We cannot do anything against the truth, but only for the truth” (2 Cor. 13: 8)

A Prophetic Voice of Four Cardinals of the Holy Roman Catholic Church

A response from Bishop Athanasius Schneider

Out of “deep pastoral concern,” four Cardinals of the Holy Roman Catholic Church, His Eminence Joachim Meisner, Archbishop emeritus of Cologne (Germany), His Eminence Carlo Caffarra, Archbishop emeritus of Bologna (Italy), His Eminence Raymond Leo Burke, Patron of the Sovereign Military Order of Malta, and His Eminence Walter Brandmüller, President emeritus of the Pontifical Commission of Historical Sciences, have published on November 14, 2016, the text of five questions, called dubia (Latin for “doubts”), which previously on September 19, 2016, they sent to the Holy Father and to Cardinal Gerhard Müller, prefect of the Congregation for the Doctrine of the Faith, along with an accompanying letter.

The Cardinals ask Pope Francis to clear up “grave disorientation and great confusion” concerning the interpretation and practical application, particularly of chapter VIII, of the Apostolic Exhortation Amoris Laetitia and its passages relating to admission of remarried divorcees to the sacraments and the Church’s moral teaching.

Read on


 

Prof. Roberto de Mattei over het dubia-debacle: ‘Het is religieuze burgeroorlog’

robertomattei


De Italiaanse historicus Roberto de Mattei zei in een interview met LifeSiteNews dat paus Franciscus’s weigering om de vragen van de vier kardinalen te beantwoorden over Amoris Laetitia, eigenlijk al een antwoord is. Hij zei dat het duidelijk is dat in de Katholieke Kerk een “religieuze burgeroorlog” is uitgebroken.

De Mattei, een professor aan de Europese Universiteit van Rome en president van de Lepanto Stichting, stelde dat er “enorme verwarring” is in de Kerk, veroorzaakt door de dubbelzinnige morele leer van paus Franciscus, in het bijzonder in zijn exhortatie Amoris Laetitia, wat “verdeeldheid” en “fragmentatie” heeft veroorzaakt onder bisschoppen, priesters en gelovigen. “Het is belangrijk om te begrijpen dat er vandaag een duidelijke keuze is tussen trouw aan de Kerk en het eeuwigdurend Magisterium enerzijds, en ontrouw, dat wil zeggen, dwalingen, ketterij en apostasie anderzijds.”

De exhortatie wordt in het bijzonder bekritiseerd omdat ze de onverbreekbaarheid van het huwelijk ondermijnt, een deur opent voor koppels in overspelige relaties om de H. Communie te ontvangen en het geweten te doen laten beslissen over morele kwesties. 

De vier kardinalen gingen vorige maand met hun brief publiek, nadat ze van Franciscus geen antwoord kregen. Ze werden langs alle kanten zwart gemaakt en beschuldigd van allerhande “zonden”. Maar de Mattei zei dat het niet de kardinalen zijn die een probleem hebben veroorzaakt, maar paus Franciscus. “De oorzaak van deze verwarring, de auteur van deze verwarring is niet de vier kardinalen natuurlijk. Ik denk dat de belangrijkste auteur van de verwarring paus Franciscus is, omdat sinds zijn pontificaat alles zo rap gaat, zo snel. Het lijkt er soms op dat hij deze verwarring met plezier schept.”

De Mattei verklaarde dat de kardinalen op een “perfecte manier handelden vanuit canoniek oogpunt”, toen ze hun vijf dubia aan de paus. “Ik beschouw het heel erg dat de paus, die het opperste hoofd is van de congregatie, niet wilde antwoorden. Dit is in feite al een antwoord.”

Hij noemde het ook “doelmatig” om wat Kardinaal Burke zei – een “formele daad van correctie” te stellen van de dwalingen in Amoris Laetitia. “Het belang van dit initiatief is niet enkel om de paus te waarschuwen over de dwalingen die in Amoris Laetitia worden gevonden, maar ook om de gelovigen te waarschuwen, te informeren, want onder de gelovigen is er verwarring, maar er is ook onwetendheid. En ik denk dat we de plicht hebben om de de gelovigen attent te maken op de ernst van deze situatie.”

“Deze situatie is zo ernstig dat een neutrale positie niet langer mogelijk is. Vandaag zijn we in een oorlog, een religieuze burgeroorlog, spijtig genoeg. Ik hou niet van deze oorlog, maar we zijn erin betrokken tegen onze wil. Wij hebben deze situatie niet gecreëerd, maar deze situatie dwingt iedereen ertoe om een duidelijk standpunt in te nemen. En daarom denk ik dat we de vier kardinalen moeten bedanken voor hun moed en moeten we hen aanmoedigen om verder te gaan met hun actie en hun getuigenis,” aldus nog de Mattei.

Bron: LifeSiteNews
Vertaling: Restkerk.Net


Pater Daniel: Het plan om de Syrische regering omver te werpen is voorbij

Mar Yakub, Qara, Syrië, vrijdag 2 december 2016. Pater Daniel: Het plan om de Syrische regering omver te werpen is voorbij.

image

Goede vrienden,

De Turkse “sultan” Recep Tayyip Erdogan speelt dit jaar voor kerstekind. Hij heeft plechtig beloofd dat hij het Syrische volk zal bevrijden van de verschrikkelijkste aller dictators en trekt met zijn troepen de Syrische grens over. De Syriërs zijn deze grootmoedigheid echter helemaal niet genegen.

Ondertussen wordt in Aleppo vurig verlangd naar de bekering van het westen, dat niet ophoudt nieuwe wegen te vinden om het Midden Oosten uit te moorden met behulp van dure djihadisten. Aan de horizon worden stilaan twee scenario’s zichtbaar. Enerzijds een soeverein Syrië dat ondanks onnoemelijk lijden en dank zij de steun van enkele getrouwen, de waarden van zijn harmonieuze samenleving zal kunnen herstellen. Anderzijds het westen met zijn wereldwijde tentakels, dat voor een beslissende keuze staat. Zal het steeds meer wegzakken in een vernietigend neo-liberaal en neo-koloniaal mondialisme, gebouwd op de absolute macht van de banken en financiële instellingen die alles (landbouw, industrie, diensten…) aan zich onderwerpen? Of zullen de volken opstaan uit deze westerse identiteitscrisis en hun diepe waarden herontdekken?

Pater Daniel

Flitsen uit het leven van de gemeenschap

De twee Portugese journalisten zijn vertrokken, met een mengeling van dankbaarheid, tevredenheid en ontgoocheling. Ze hebben mooie reportages kunnen maken hier in de gemeenschap, vrij onze mensen aan het woord gelaten en het moslimgezin dat nog bij ons woont, kunnen interviewen. Ze maakten mooie opnamen in Ma’aloula. Dinsdag trokken we met hen en met nog een frater naar Deir Atieh, naar de kerk van abouna Paisios, de jonge en erg sympatieke orthodoxe priester die ons al enkele keren bezocht heeft en die graag heeft dat ook wij naar hem komen. Daar konden ze in de namiddag een opname maken van een zangkoor van jongeren in de mooi herstelde kerk. Ook deze kerk was door terroristen van binnen vernield. Na een week was de kerk weer proper en na zes maanden waren de iconen hersteld. Het is, zoals zo vele andere, een juweeltje van een oosters kerkje. Na de opnamen drongen de journalisten er op aan dat wij (de frater en ik) met hen en met onze twee chauffeurs ergens iets zouden gebruiken als avondmaal. Ik heb dit graag aanvaard en in een soort pizzeria hebben we gezellig gebabbeld en gegeten. Het begin is altijd indrukwekkend wannneer we vóór het eten hardop het Onze Vader in Arabische versie bidden, waar de moslim-eigenaars van de zaak alle respect voor betonen. Toch zijn onze journalisten ontgoocheld. Hun doel was een reportage te kunnen maken van de oorlog zelf of van een gevecht dat in volle hevigheid uitbarst. En dat hebben ze niet kunnen of mogen doen. Hiermee zouden al hun andere reportages des te beter tot uiting komen. Uit Syrië terugkeren en geen reportage van de oorlog zelf bij hebben, beschouwen zij als een mislukking. Het afscheid woensdagnamiddag was niettemin erg hartelijk.

Normaal kan het hier vanaf september beginnen regenen. Nu heben we drie maanden op de eerste flinke regenbui moeten wachten. Er wordt ook sneeuw verwacht en de bergtoppen van het Anti-Libanongebergte zien al spierwit. Er  moet daarom  hard gewerkt worden aan het dichten van alle gaten en openingen in deze grote nieuwbouw. Er zijn enkele elektrische vuurtjes ter beschikking voor de Nigeriaanse broeders en enkele gemeenschappelijke plaatsen. Tevens is het de voorbereiding van het Kerstfeest. Het materiaal om kerststallen te maken wordt bovengehaald en verder overgelaten aan de inspiratie van de fraters. Immers “zonder een kerstkribbe is Kerst mis”! Tenslotte is het vooral de tijd van de geestelijke voorbereiding. Enkelen beginnen een retraite van stilte, werk en gebed.

Aleppo: wenen van vreugde

Aleppo is de tweede stad van Syrië, eens het cultureel en economisch hart van het land. Nu leven 1,5 miljoen mensen in West Aleppo, het deel dat gecontroleerd wordt door het Syrische leger. Dagelijks worden echter burgers gedood door raketten, beschietingen, mijnen, scherpschutters. Dat is de wijze waarop de terroristen, ruimschoots geholpen door westerse mogendheden, het land nog steeds klein willen krijgen. Deze humanitaire crisis krijgt geen enkele aandacht in de westerse pers. De informatie komt trouwens altijd hoofdzakelijk van het zogenaamde “Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten” in Londen, een orgaan van de rebellen zelf. Steeds gaat het over O. Aleppo, waar minder dan 200.000 burgers leven, geterroriseerd door de verschillende al-Qaïda groepen, maar door het Syrische leger omsingeld en bestookt en dat is voor het westen de echte misdaad. Mensen kunnen niet vrij vertrekken. Terroristen eisen veel geld (300 dollar) van hen die willen vertrekken, schieten op allen die vluchten, martelen hen of sluiten hen op in gevangenissen. Ze hebben de doorgangen vol mijnen gelegd. Hierover in de westerse pers geen woord. Alle aandacht gaat naar de zogenaamde “oorlogsmisdaden” gepleegd door Syrië en Rusland, die de bevolking beschermen. Zaterdag hebben het Syrische leger en de Russen 600 mensen kunnen bevrijden. De volgende dag 1.500 mensen. In een bliksemsnelle actie hebben ze nu de wijk Sakhour kunnen zuiveren van terroristen en mijnen, zodat duizenden konden vertrekken en de bevrijding van Alleppo nabij is.

Het is een pijnlijke maar zekere weg van bevrijding geworden. Sinds de Russen in september 2015 op vraag van de Syrische regering kwamen helpen, werden Palmyra, Lattakia, Tartous en de luchtmachtbasis van Kuweiri bevrijd. Recent werd in O. Aleppo de veiligheid hersteld in Massaken, Hanano, Jabal Badro, al-Hulluk, al-Haidaria. Met al-Sakhour is het kleine gebied, dat de terroristen nog in handen hebben, midden door gesneden. Hierdoor werden nu tienduizenden mensen bevrijd. Pierre le Corf, stichter van de enige Franse NGO die in W. Aleppo de bevolking helpt, vertelt hoe de mensen weenden van vreugde: (*)

Zij zullen de westerse leugens ontmaskeren. Van Amerikaanse zijde vraagt John Kerry nu plots een nieuw staakt-het-vuren voor O. Aleppo. Om vrede te brengen? Te veel tekens wijzen in de tegenovergestelde richting. De Amerikaanse vraag naar een staakt-het-vuren wil verhinderen dat Aleppo bevrijd wordt. De totale bevrijding van Aleppo zal overigens nog even op zich laten wachten, minstens totdat de administratie van president D. Trump in de VS geïnstalleerd is. En dan zullen de haviken nog blijven ijveren voor oorlog. Inmiddels zal de zuivering van terroristen doorgaan. Tegelijk zorgen Rusland en Syrië voor de nodige humanitaire hulp én de verzoening. Terwijl de terroristen jammeren dat hun laatste mogelijkheden om hun gewonde jihadisten in een ziekenhuis te verzorgen, vernietigd werden, heeft Putin mobiele hospitalen voor de bevolking laten komen. Met gespecialiseerd medisch personeel kunnen daardoor meer dan 400 mensen per dag verzorgd worden.

Het plan om de Syrische regering omver te werpen is voorbij. Steeds meer landen willen Syrië in zijn strijd tegen het terrorisme steunen. Nu komt er uitdrukkelijke steun van Irak, Pakistan, Egypte. Het plan van een onafhankelijk Koerdistan en een onafhankelijk Soennistan (N. Syrië en Irak) om Syrië in stukken te hakken (plan van Juppé en Hollande) gaat ook al niet door. Het Franse vliegdekschip Charles de Gaule, met veel allure naar hier gestuurd, is ondertussen aan een stille terugtocht begonnen, richting afzender. Van 1958 tot 1961 vormden Syrië en Egypte samen de Verenigde Arabische Republiek. Vandaar de twee sterren in de Syrische vlag. De Egyptische president Abdel Fattah al-Sissi zal geen moslimbroeders, door het westen gesteund meer toelaten. Hij wendt zich nu samen met Rusland tot Syrië. En zo zien we nu de volgende komische ontwikkeling.

Frankrijk heeft 2 oorlogsbodems (amfibie Mistral) gebouwd voor Rusland. Elk van hen kan een bataillon van 400 à 900 man met volledige uitrusting herbergen. Omwille van Oekraïne en de Krim wilden de VS (die zelf de staatsgreep in Kiev hadden georganiseerd!) sancties tegen Rusland. President François Hollande, als trouwe schoothond van de VS en marionet van Saoedi-Arabië en Qatar, pleegde contractbreuk en verkocht de Mistrals aan Egypte. Omwille de huidige samenwerking tussen Egypte en Rusland in de strijd tegen de terroristen in Syrië, worden de Mistrals nu met de nodige Russische apparatuur uitgerust en door Russische officieren bestuurd. Hoe een dubbeltje rollen kan! Overigens is in Frankrijk de ene Frans de andere niet. De reputatie van François Hollande is tot een dieptepunt gedaald terwijl François Fillon alle kansen heeft om president te worden. De laatste verdedigt zo ongeveer over heel de lijn de tegengestelde politiek van de huidige Franse president.

Ook Israël heeft behoorlijk wat verwoest in Syrië. Toch ziet het er naar uit dat het de bezetting van de Syrische Golan niet zal kunnen volhouden. Opnieuw heeft de algemene UNO vergadering met grote meerderheid geëist dat resolutie 497 van 1981 gerespecteerd wordt. Het met geweld bezetten van een grondgebied van een ander land, daar zijn wetten opleggen en zijn administratie vestigen is tegen het internationaal recht en tegen het UNO charter. Wat er ook van zij, Syrië zal blijven ijveren voor het herstel van de soevereiniteit van heel zijn land. En terecht.

Ondertussen zijn er ontroerende verhalen vanwege de gewone soldaten die in Aleppo vechten. Een man wiens huis gebombardeerd werd met nog tientallen doden als slachtoffers, was zo getroffen door de brutaliteit van de terroristen dat hij besloot zich op te geven voor het Syrische leger. Om de drie dagen gaat hij terug naar zijn vrouw en twee kinderen. Een andere man, wiens zoon vermoord werd omdat hij zich niet wilde aansluiten bij IS, wil nu in Aleppo tegen IS vechten als eerbetoon aan zijn zoon. Nog een andere kon in Raqqa uit het gebied van de IS vluchten en vecht nu in Aleppo met de onverwoestbare overtuiging: wij zullen IS verslaan (Modern Day Knights: Who are the Soldiers Fighting Terrorists in Aleppo?, Sputnik, 29/11/16).

Op een slagveld zijn er uiteindelijk maar twee kampen. Dit geldt ook voor de oorlog tegen Syrië, al hebben de verschillende mogendheden die hier vechten, hun eigen belangen. Aan de ene kant staan de VS, NAVO, de golfstaten en hun uitgebreide vriendenkring. Zij willen de landen, volken en gemeenschappen in onderlinge strijd brengen met elkaar opdat één volk (VS-Israël) de alleenheerschapij zou kunnen uitoefenen over allen. Anderzijds is er de Syrische Arabische Republiek met  haar geallieerden. Zij streeft naar de gelijkheid en harmonieuze samenleving van de verschillende volken en godsdiensten onder elkaar, zoals het (weliswaar met de nodige mislukkingen) al eeuwen was.

Tot slot een overweging uit de eerste lezing van de eucharistie van vandaag, Jesaia 29, 19-21:

“De armen vinden hun vreugde weer in God, de misdeelden in het land juichen om de Heilige van Israël. Dan is het gedaan met de verdrukkers, dan is het uit met de opscheppers; allen die zinnen op kwaad worden uitgeroeid: zij die door hun getuigenis anderen helpen veroordelen, die de rechters in de poort proberen te strikken, die onschuldigen door bedrog hun  recht onthouden”.

Nog een Zalige Adventstijd,

Pater Daniel

(*) Pierre Le Corf, résident et humanitaire à Alep témoigne de la réalité de la vie quotidienne des civils d’Alep Ouest sous les bombes des terroristes, que les médias occidentaux nomment faussement selon lui des “rebelles” où “insurgés”.

Pierre Le Corf : “Je vous ouvre une petite fenêtre sur Alep en ce dimanche. Je n’arrive toujours pas à trouver les mots justes, c’est difficile comme exercice avec la situation, tant d’émotions de souvenirs, mais c’est sincère, … pendant ce temps des tirs de mortiers et de roquettes qui tombent ici à L’ouest se mélangent aux combats à l’Est et dans le ciel, les terroristes qui nous tirent dessus en ce moment (juste la une des roquettes a tué 7 enfants sur une école) essayant en même temps de détruire les avions qui bombardent leurs positons armés et protègent – du moins limitent les attaques sur les 1,2 millions de civils ici (quand les avions s’en vont, même pour peu de temps, les roquettes et mortiers pleuvent ici). Ne me prenez pas à défaut, je ne suis pas là pour faire de la politique ou lancer des débats, je parle de ce que je vois depuis tant de mois, de ce que j’entends de ceux qui se sont échappés même récemment des zones contrôlées par les fronts Islamiques (et non rebelles comme on les appelle en Occident), des familles entières ayant la chance d’être en vie entre les snipers et les mines anti-personnel (étant donné que le prix de sortie à payer est de 300$ et que personne ne peut se l’offrir ils doivent partir dans des conditions très limitées, comme Mahmoud par exemple) Ici les drapeaux noirs sont légion, comme je le disais ici seuls des drapeaux noirs tout autour de la ville. Pas de question d’opinion ou de parti, pas de tout blanc ou tout noir, cette guerre est meurtrière ici et de l’autre côté mais comprenez que les gens meurent de tirs de l’Est vers l’Ouest et de l’Ouest vers l’Est de par la seule présence de fronts Islamiques armés et offensifs au milieu des civils utilisés directement ou indirectement comme otages. Ils sont là, ils tuent et les gens meurent autour d’eux. C’est si simple mais si difficile à faire comprendre … Ma mission c’est l’humain, je prie pour chaque homme femme et enfant qui ne porte pas une arme mais je tiens à souligner qu’elle n’est pas meurtrière à cause d’une guerre, puisque cette guerre est une mascarade, mais à cause d’idéologies ici et d’intérêts extérieurs qui insufflent la mort et des moyens de l’insuffler au quotidien en Syrie, détruisant son histoire, sa vie et l’espoir de tous ceux qui y vivent. Pardon de parler tant, ce n’est pas forcément clair … mais vous devez comprendre ce qui se passe au-delà de ce que racontent les médias qui sont parfois malveillants parfois paresseux, vous devez comprendre que vous en êtes les relais … je suis juste fatigué de voir tant de gens mourir gratuitement au service de quelques individus ou n’être qu’un sujet de surface (incompris ou déformé) pour animer les discussions des diners entre deux verres de vin et avoir l’air intelligent.”
Pour aider Pierre : https://www.paypal.me/pierrelecorf/

Namens pater Guy Borreman sj
Zr Lucienne


 

Franse regering gaat pro-life anti-abortus informatie op internet strafbaar stellen


Volgens de Franse overheid is het ‘misleidend, inaccuraat en tendentieus’ te beweren dat bij een abortus een in ontwikkeling zijnde ongeboren baby wordt vermoord.


Het Franse parlement debatteert over een voorstel van de socialistische regering om het verspreiden van pro-life / anti-abortus informatie op het internet strafbaar te stellen. Volgens de regering oefenen pro-lifers ongewenste ‘psychologische en morele druk’ uit op zwangere vrouwen om hun ongeboren baby niet te laten aborteren. Indien het wetsvoorstel wordt aangenomen, zal op het verspreiden van anti-abortus informatie via internet 2 jaar gevangenisstraf en een boete van € 30.000,- komen te staan.

 

Lees meer…