De Mattei: ‘De hel bestaat echt: een waarschuwing voor waar we hier mee te maken hebben’

Onderstaande bijdrage is van de Romeinse historicus Roberto de Mattei, 4 april 2018

Het doel van de Kerk is de glorie van God en de redding van de zielen. Redding van wat? De eeuwige verdoemenis en dat is het lot van hen die in doodzonde sterven. Voor de redding van de mensen offerde onze Heer zijn verlossend lijden en sterven. Onze Lieve Vrouw herinnerde ons hieraan in Fatima: het eerste geheim, toevertrouwd aan de drie herdertjes op 13 juli 1917, begon met het verschrikkelijke visioen van een zee van hellevuren. Als onze Lieve Vrouw niet beloofd had hen mee te nemen naar de hemel – schrijft zuster Lucia – zouden de zieners van ontzetting en angst gestorven zijn. De woorden van onze Lieve Vrouw zijn verontrustend en streng: “Jullie hebben de hel gezien waar de zielen van de arme zondaars heen gaan. Om Hen te redden wil God dat in de wereld de devotie tot mijn Onbevlekt Hart begonnen wordt.”

Een jaar eerder had de engel van Fatima de drie herdertjes dit gebed geleerd: “O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, behoed ons voor het vuur van de hel, breng alle zielen naar de Hemel, vooral diegenen die uw barmhartigheid het meeste nodig hebben”. Jezus spreekt herhaaldelijk van het “Gehenna” en van het “onblusbaar vuur” (Mt. 5, 22; 13, 42; Mc. 9, 43-49) dat bestemd is voor hen die zich weigeren te bekeren, zelfs op het eind van hun leven. Dit eerste vuur, het geestelijke, is een beroofd worden van God. Het is de meest vreselijke straf en vormt simpelweg de hel omdat de dood de aardse banden losmaakt van de ziel die met al haar kracht ernaar hunkert God te bereiken maar daar niet in slaagt als zij vrijwillig ervoor gekozen heeft zich door de zonde van Hem te scheiden. De tweede straf is die mysterieuze straf waarin de ziel niet lijdt van metaforisch maar van echt vuur, dat onblusbaar is en dat samengaat met het geestelijke vuur van het verlies van God. Bovendien, omdat de ziel onsterfelijk is, duurt de gepaste straf voor een doodzonde zonder berouw even lang als het leven van de ziel, dat wil zeggen voor altijd, in alle eeuwigheid. Deze leer is gedefinieerd door het IVde Lateraans Concilie en de Concilies van Lyon, Florence en Trente. In de Constitutie Benedictus Deus van 29 januari 1336 veroordeelt paus Benedictus XII de dwalingen van zijn voorganger Johannes XXII over de gelukzalige aanschouwing. Hij bekrachtigt: “Wij definiëren dat volgens de algemene beschikking van God de zielen van hen die daadwerkelijk in doodzonde sterven onmiddellijk na hun dood naar de hel gaan en daar de pijn van de hel ondergaan” (Denz-H 1002).

Op 29 maart 2018, Witte Donderdag, verscheen in het dagblad La Repubblica een interview dat paus Franciscus aan dit blad gegeven had. Zijn gewone interviewer vraagt hem: “U hebt nooit met mij gesproken over de zielen die in zonde gestorven zijn en naar de hel gaan om voor eeuwig te lijden. U hebt wel gesproken over de goede zielen, die toegelaten worden tot de beschouwing van God. Maar hoe zit het nu met de slechte zielen? Waar worden zij gestraft?

Paus Franciscus antwoordde als volgt: “Zij worden niet gestraft; die spijt hebben krijgen vergiffenis van God en gaan de rangen binnen van de zielen die Hem aanschouwen maar zij die geen spijt hebben en daarom niet vergeven kunnen worden, verdwijnen. Er bestaat geen hel, er bestaat en verdwijnen van zondige zielen.

Zoals deze woorden klinken, vormen zij een ketterij. De commotie (die zij veroorzaakten) was zich al bezig over de wereld te verspreiden toen de Vaticaanse Persdienst tussenbeide kwam met een communiqué waarin we lezen: paus Franciscus “heeft onlangs de oprichter van de krant La Repubblica in een privé ontmoeting vanwege Pasen ontvangen zonder echter een interview te geven. Wat door de auteur meegedeeld wordt in het artikel van vandaag is de vrucht van zijn reconstructie waarin de precieze woorden van de paus niet worden geciteerd. Er staan geen citaten in het artikel en het mag niet worden beschouwd als een getrouwe weergave van de woorden van de heilige vader.”

Het gaat dus niet om een interview maar om een privé gesprek waarvan de paus niettemin heel goed wist dat het zou worden omgevormd tot een interview zoals is gebeurd in de vier voorafgaande ontmoetingen met Scalfari. En als – ondanks het rumoer dat de voorgaande interviews met de journalist van La Repubblica veroorzaakten – de paus doorgaat met hem te beschouwen als zijn favoriete ondervrager, dan betekent dit dat de paus door deze interviews een soort katholiek leergezag probeert uit te oefenen middels de massamedia en dat leidt tot onvermijdelijke consequenties.

Geen zin – aldus de Heilige Stoel – moet beschouwd worden als een getrouwe weergave maar geen enkele specifieke inhoud wordt ontkend; op deze manier weten we niet welk aspect van de gedachte van Bergoglio verkeerd geïnterpreteerd wordt. In de vijf jaar van het pontificaat van Franciscus heeft hij nooit gesproken over de hel als eeuwige straf voor de zielen die in zonde sterven. Om zijn gedachte te verhelderen diende de paus of de heilige Stoel publiek de leer van de Kerk te bevestigen ten aanzien van alle punten in het interview waarin die leer wordt ontkend. Dit is jammer genoeg niet gebeurd en wij blijven achter met de indruk dat het nieuws van La Repubblica geen fake nieuws is maar een opzettelijk plan om de verwarring onder de gelovigen te vergroten.

De stelling dat eeuwig leven gereserveerd is voor de rechtvaardigen terwijl de slechten verdwijnen, is een oude ketterij, die niet alleen het bestaan van de hel ontkent maar ook de onsterfelijkheid van de ziel zoals die is gedefinieerd door het Vde Lateraans Concilie (Denz-H, n. 1440). Deze bizarre mening werd gehouden door Socinianen, de liberale protestanten, door sommige adventistensectes in Italië, en door de Waldensendominee, Ugo Janni (1865-1938), bedenker van het “Pan-christendom” en grootmeester van vrijmetselaarsloge in Sanremo.

Voor deze auteurs is onsterfelijkheid een privilege dat door God alleen wordt verleend aan de zielen van de rechtvaardigen. Het lot van de zielen die volharden in de zonde, is niet de eeuwige straf maar het totale verlies van zijn. Deze leer is bekend als “keuze-onsterfelijkheid” of “conditionalisme” omdat het houdt dat moreel gedrag de voorwaarde is voor onsterfelijkheid. Het einde van een deugdzaam leven is eeuwigheid van zijn; het einde van een schuldig leven is zelfvernietiging.

“Conditionalisme” gaat heel goed samen met “evolutionisme” omdat het houdt dat onsterfelijkheid de overwinning van de ziel is in een soort opstijgen van de mens, vergelijkbaar met de “natuurlijke selectie” die ervoor zorgt dat lagere organismen veranderen in hogere organismen. Wij worden geconfronteerd met een op zijn minst impliciet materialistisch idee. Immers de oorzaak van de onsterfelijkheid van de ziel is dat zij geest is: wat geestelijk is kan niet tot afbraak overgaan en zij die de mogelijkheid aannemen dat de ziel afgebroken kan worden, schrijven dus aan de ziel een materiële natuur toe. Een eenvoudige en geestelijke substantie als de ziel kan niet verloren gaan tenzij door het ingrijpen van God, maar dat wordt door de “conditionalisten” ontkend omdat dit zou betekenen dat ze zouden toegeven dat God een rechtvaardige God is die oordeelt en beloont en straft in tijd en eeuwigheid.

In plaats daarvan kent hun idee van een altijd barmhartige God aan de wil van de mens de eigenschap toe van zelfbeschikking. Men kan er voor kiezen een vonk te worden die zichzelf verliest in het goddelijk vuur of die wordt uitgedoofd in het absolute niets. Pantheïsme of nihilisme dat zijn de keuzemogelijkheden voor de mens in deze kosmologie die niets maar dan ook niets van doen heeft met het katholieke geloof en het gezond verstand. Bovendien haalt het “conditionalisme” bij een atheïst, die er al van overtuigd is dat er na de dood niets is, de mogelijkheid tot bekering weg, die hem geboden wordt door de timor Domini: het begin van alle wijsheid (ps. 110, 10), de vreze des Heren aan wiens oordeel niemand zal ontkomen. Alleen door geloof in de onfeilbare gerechtigheid van God zijn we in staat ons over te geven aan zijn onmetelijke barmhartigheid.

De verkondiging van de uiteindelijke bestemming van de zielen die de Kerk aanreikt in Vier Uitersten (door oordeel, hel en hemel) is in onze tijd meer dan ooit nodig. Onze Lieve Vrouw wilde er ons aan herinneren in Fatima. Ze voorzag de afval van de herders maar ze verzekerde ons ook dat wij nooit van hemelse hulp verstoken zullen zijn.

Vertaling uit het Engels: C. Mennen pr, www.mennenpr.nl

Dr. van den Aardweg en Prof. Dr. Ir. Witteman: Petitie aan de (hulp)bisschoppen van Nederland

PETITIE VAN ENIGE KATHOLIEKEN AAN DE BISSCHOPPEN EN HULPBISSCHOPPEN VAN NEDERLAND

Update 17 april 2018: Het antwoord van de bisschoppen op de petitie, lees HIER.

I – Inleiding

Eminentie, Excellenties,

Tot voor enkele jaren leek het onbestaanbaar, maar de laatste jaren moeten wij verbijsterd constateren dat het Vaticaan onder het pontificaat van paus Franciscus met name wat betreft kwesties die de essentie raken van de leer van de Kerk over huwelijk en seksualiteit, een weg is ingeslagen die een weg van afbraak moet worden genoemd.

Aanvankelijk kon men proberen de dubieuze uitspraken en maatregelen van de Paus zelf of van zijn medewerkers te vergoelijken, in de verwachting dat de vergissingen of uitglijders van tijdelijke aard zouden zijn en weer zouden worden bijgesteld. Nu is dit niet meer vol te houden. Er is teveel dat niet onweersproken mag blijven, er is teveel verdeeldheid en onzekerheid gecreëerd.

Een steekwoord-gewijze herinnering van enige bedenkelijke zaken:

• De Vaticaanse voorstelling als zou instemming met de wetenschappelijk ongefundeerde en moreel gevaarlijke klimaat-theorie van de Verenigde Naties een religieuze plicht zijn;

• De gemanipuleerde rapportage over de Bisschoppensynode van 2014 in Rome, richting liberalisering van echtscheiding en erkenning van homoseksuele relaties;

• De paragrafen in de encycliek Amoris Laetitia, waarin een opening wordt gemaakt voor geldig gehuwden in een nieuwe relatie om de H. Communie te ontvangen zonder aan de vereiste voorwaarden te voldoen, en waarin terloops het beginsel wordt ingevoerd dat het subjectieve gewetensoordeel boven de gekende Wet van God kan staan;

• De volgehouden weigering van de Paus om de (juiste, katholieke) opheldering te geven aan de kardinalen c.s. die respectvol en met kracht van argumenten hun “Dubia” hebben voorgelegd—en het negéren van de ernstige bezwaren van de Congregatie voor de Geloofsleer (kardinaal Müller);

• Het pauselijke fiat aan de bisschoppen van Argentinië, Duitsland, en Malta, die de gewraakte paragrafen hanteren in de liberale zin waarin ze dan wel zijn bedoeld;
• De eerbewijzen aan radicaal-feministische abortusactivisten (o.a. het Nederlandse schandaal-Ploumen en de nalatige afhandeling ervan);

• De benoeming binnen en buiten het Vaticaan van personen die Humanae Vitae verwerpen of zelfs pro-abortus zijn, en van adviseurs en bisschoppen in verschillende delen van de wereld die openlijk pleiten voor erkenning van homoseksuele relaties;

• De twijfelachtige instelling van een commissie die Humanae Vitae “opnieuw moet onderzoeken”; de waarschijnlijke voorbereidingen voor opheffing van het algemene priestercelibaat; waarschijnlijk het bespreekbaar maken van “vrouwelijke diakens”;

• De misplaatste Lutherverering en de ontkenning van de noodzaak om te streven naar de bekering van protestanten, schismatieken en zelfs Moslims;

• Het wegkijken en bagatelliseren van het gevaar van de Islam; het voorstellen van de Islam als onschuldige, menslievende religie – we hebben het uiteraard niet over de individuele Moslim – en de verwaarlozing van de door de Islam vervolgde christenen en van de christenen die voor de Islam zijn gevlucht;

• Het uitleveren van de katholieke bisschoppen en 60 miljoen gelovigen in China aan de communistische Staat, wat een van de ernstigste schandalen in de geschiedenis van het Vaticaan kan worden.

Deze dingen hangen met elkaar samen. De rode draad die er doorheen loopt is globaal die van het Modernisme en Protestantisme. Een halve eeuw geleden hebben we in Nederland meegemaakt dat deze dwalingen de ooit vitale Kerk grotendeels hebben verwoest. Maar nadat onder het pontificaat van de vorige Pausen consolidatie en voorzichtig herstel op gang is gebracht, komen de ideeën en beweringen van de dissidente theologen en hun volgelingen van de jaren zestig nu tot ons vanuit het Vaticaan zelf. We maken ons daarom geen illusies waartoe dit zal leiden.

II – Drie verzoeken aan de Nederlandse bisschoppen

Eminentie, Excellenties,

1.
De priesters en lekengelovigen voor wie U als Bisschoppen verantwoordelijkheid draagt mogen op dit ogenblik van verwarring en onzekerheid met recht een beroep op U doen om hen door een ondubbelzinnige, leergetrouwe stellingname en voorlichting te leiden en te beschermen tegen de dwalingen in leer en praktijk die nu de kans krijgen.

Met alle U verschuldigd respect, verzoeken wij U zich uit te spreken:

vóór integrale handhaving van Humanae Vitae;
vóór handhaving van de leer en de praktijk ten aanzien van het ontvangen van de heilige Communie door geldig gehuwde gescheiden personen in een nieuwe relatie;
vóór handhaving van de morele leer aangaande homoseksuele relaties;
vóór handhaving van de canons en decreten van het Concilie van Trente, in het spoor van Vaticanum
II (Lumen Gentium); met name vóór handhaving van de leer over de suprematie van de Wet van God boven het subjectieve geweten.
In concreto vatten we deze afzonderlijke verzoeken samen in één enkel, ongecompliceerd verzoek:

Wilt U zich uitspreken voor trouw aan en handhaving van de leerstellige geschriften van de voorgaande pausen: de zalige Paulus VI, St. Johannes Paulus II, en Benedictus XVI?

2.
Daarnaast verzoeken wij U, die als Bisschoppen de eerst aangewezenen bent in de Kerk die, in navolging van St. Paulus, een Paus en/of andere hoogste gezagsdragers voor ernstige fouten kunt waarschuwen en zonodig volgens de daartoe bestaande procedures kunt corrigeren—om U aan te sluiten bij die oprechte en moedige prelaten in de Wereldkerk die zich al op de juiste wijze tot de Paus hebben gewend.
In concreto vragen wij U:

Wilt U zich aansluiten bij het verzoek om de correcte opheldering van de omstreden passages in Amoris Laetitia, zoals aan de Paus gericht door de initiatiefnemers van deze “Dubia”, de kardinalen Caffarra, Burke, Meissner, en Brandmüller?
Natuurlijk hopen wij dat de Bisschoppen en Hulpbisschoppen van Nederland eensgezind een dergelijk gebaar zullen maken. Zal dit niet gebeuren, dan geldt ons verzoek iedere Bisschop en Hulpbisschop afzonderlijk, als de verantwoordelijke autoriteit in zijn eigen bisdom.

3.
Ten derde vragen wij Uw aandacht voor de urgente nood van de Kerk in China:

Wilt u moeite doen het Vaticaan ervan te weerhouden de Kerk over te leveren aan het communistische bewind, tegen de dringende smeekbeden in van hen die werkelijk weten wat dit gaat betekenen? Wilt u kardinaal Zen openlijk ondersteunen?

U dankend voor uw aandacht, en met het u verschuldigd respect,

Dr. G.J.M. van den Aardweg, Aerdenhout
Prof. Dr. Ir. W.J. Witteman, Hengelo
>>> www.mennenpr.nl/open-brief

b3099846-1e60-45f3-a77b-cf56755940cb Opmerking: Jan de Hommel is géén pastoor, zie bron: https://dag6.nl/nieuws (tevens bron van de afbeelding met 19 namen).