Koster Udie van ’t Kwakskapel

Kwak

In het kleine dorpje Kwak, waar de tijd traag voorbij glijdt en het gras altijd nét een tint groener lijkt, woont een bijzondere man: Udie, de koster. Maar niemand in Kwak noemt hem Udie — daar is hij bekend als Hinkepoot. En als je door het dorp wandelt en vraagt naar “Hinkepoot”, wijst iedereen je zonder aarzeling naar het paadje achter de lindeboom, dat leidt naar de oude kapel.

De kapel van Kwak is een klein, witgepleisterd gebouwtje met een rood pannendak en een gietijzeren klokje in het torentje. Binnen is het eenvoudig, maar o zo sfeervol. En dat komt vooral door het werk van Udie.

Iedere avond, net voor het duister valt, hoor je het ritmisch getik van Udies voetstappen op de keien — tik… tik… schuif… — zijn vertrouwde hinkende tred. Met een bos sleutels aan zijn riem en een rieten mand vol kaarsen schuifelt hij naar de kapel. Binnen maakt hij zijn ronde: het stof wordt van de banken geveegd, het altaardoek gladgestreken, en dan… het mooiste moment van de dag.

Udie steekt de kaarsjes aan — één voor de zieken, één voor de kinderen, één voor de zielen in rust. De lichtjes flikkeren op het oude eikenhouten beeld van Maria, en het zachte schijnsel kruipt langs de gewelfde muren omhoog. De geur van bijenwas en stilte vult de ruimte.

Mensen uit Kwak komen soms even binnen, na een drukke dag. Ze knikken naar Udie, fluisteren een gebedje, en zitten stil op een bank. In dat zachte licht, in die rust, lijkt het alsof de wereld even ademhaalt.

En Udie? Die zit dan op zijn houten stoeltje in de hoek, zijn handen gevouwen, zijn ogen halfdicht. Hij hoort elke zucht, voelt elke dankbaarheid. Niemand weet precies hoe oud hij is, maar iedereen weet: zonder Hinkepoot zou de kapel nooit zo warm en troostend zijn.

En als je ooit ’s avonds in Kwak bent, en je ziet een lichtje flakkeren in de verte, dan weet je: Udie is weer aan het werk. En alles is goed.

B.W.

Onbekend's avatar

Auteur: Beheerder Website

Beheerder van meerdere websites