Waarom een nieuw dogma?

HET DOGMA

MARIA MEDEVERLOSSERES, MIDDELARES EN VOORSPREEKSTER

Het gebed en de beeltenis van de Vrouwe van alle Volkeren bereiden op volledig vreedzame wijze de volkeren voor op het drievoudige, laatste mariale dogma, waar de Vrouwe in Amsterdam om vraagt: Maria Medeverlosseres, Middelares en Voorspreekster. De Vrouwe van alle Volkeren belooft dat dit dogma de ware vrede over de wereld zal brengen.

WAAROM EEN NIEUW DOGMA?

Uit de brochure OORSPRONG BOODSCHAPPEN BETEKENIS, Stichting Vrouwe van alle Volkeren, 2002:

Naast de verspreiding van de nieuwe mariale titel „de Vrouwe of Moeder van alle Volkeren “ en een nieuw gebed is de devotie tevens gericht op de bouw van een internationale kerk in Amsterdam en op de dogmatische proclamatie van Maria’s rol in Gods heilsplan als Medeverlosseres, Middelares, Voorspreekster. Het is belangrijk dit goed te verstaan. De term „Medeverlosseres“ wil nergens het unieke en universele middelaarschap van Christus verduisteren, maar verwijst daarnaar en toont juist de kracht ervan.
De term „Medeverlosseres“ heeft al oude kerkelijke papieren. De gedachte is terug te vinden bij kerkvaders en genoemd door heiligen en pausen. Edith Stein, Maximiliaan Kolbe, Pater Pio, Moeder Teresa en Zr. Lucia van Fatima waren en zijn krachtige pleitbezorgers in onze dagen. Johannes Paulus II heeft de term al verschillende malen gebruikt. Interessant is dat juist ook de Nederlandse bisschoppen in 1943, toen ze in de oorlog het Nederlandse volk aan de bescherming van Maria toevertrouwden, de titel „Medeverlosseres“ centraal stelden en theologisch uitwerkten. De bisschoppen benadrukten dat alleen Christus de Middelaar is tussen God en mens (vgl. 1 Tim. 2:5). Alles wat Maria geeft, komt van Hem. Zij is Middelares en behoedster van de genaden van haar Zoon. Zij is Voorspreekster voor de mensen bij haar Zoon. Zij is echter ook Medeverlosseres, omdat ze zijn verlossingswerk heeft mogelijk gemaakt en meegedragen (vgl. Lc. 1:38). De rol van Maria, zegt Johannes Paulus II, komt voort uit de drie-ene God zelf, die „de grote mysteries van de heilsgeschiedenis wilde beginnen en voltooien met de verantwoordelijke en gelovige medewerking van de nederige Dienstmaagd van Nazareth“ (toespraak van paus Johannes Paulus II tot het Internationaal Colloquium over Mariologie, Rome 13 oktober 2000). Maria is daarin het beeld van de Kerk. Hierin wordt een bijzondere en actuele dimensie van de verlossing zichtbaar, nl. de deelname van de mens zelf aan de verlossing, ons antwoord daarop. In de woorden van Mgr. J. M. Punt, de bisschop van Haarlem: „Ten diepste is iedere mens geroepen om mee te werken aan de verlossing door Christus, om – zoals Paulus schrijft – ‘in ons lichaam aan te vullen wat aan het lijden van Christus ontbreekt’. Al het bidden, lijden en werken van mensen wordt verlossend in de mate waarin de mens met Christus verbonden is, door zijn geloof, door zijn leven (vgl. Salvifici Doloris nr. 25 van paus Johannes Paulus II). Maria neemt daarbij een unieke plaats in: door haar goddelijk moederschap is zij op alles overtreffende wijze met Hem verenigd, van vóór zijn geboorte tot na zijn dood. Door haar onbevlekte ontvangenis is zij geschapen in de oorspronkelijke volkomenheid en vrijheid zoals God die voor de mens bedoeld had. Juist daardoor kon zij Gods liefde en verlossing namens de mensheid in vrije overgave beantwoorden. Als ‘ Gezellin van de Verlosser’ was zij voorbestemd om de hele weg met Christus te gaan, tot onder het kruis (vgl. Joh. 19:26,27).

Haar smart vloeide samen met zijn smart. Haar offer met zijn offer (vgl. Lumen Gentium 58). Onscheidbaar toen, onscheidbaar nu. Daarom, leert de Kerk, is ook zij met ziel en lichaam ten hemel opgenomen. Daarom is ook zij verheerlijkt. In deze intense verbondenheid en dit medeverlossend lijden ligt de grondslag van haar universele, bemiddelende, moederlijke rol. “ De eerste vier mariale dogma’s waren gericht op het leven en de tenhemelopneming van Maria. Het vijfde dogma beoogt haar universele rol in Gods heilsplan nú te formuleren. „Opgenomen in de hemel“, schrijft het Concilie, „heeft zij haar heilbrengende zending niet opgegeven maar gaat voort met haar veelvoudige voorspraak ons de gaven van de eeuwige verlossing te schenken“ (vgl. Lumen Gentium 62). Deze medeverlossende, bemiddelende rol van Maria is geen uitvinding van mensen; het is goddelijk ontwerp, diep verlangen van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Door de plechtige proclamatie van het dogma spreekt de Kerk haar vrije jawoord uit tegenover de Verlossing en brengt God zelf eer in de volle erkenning van zijn heilsplan. Door de plechtige proclamatie wordt Maria in staat gesteld de kracht van haar titels en universeel moederschap ten volle te ontplooien en „genade, verlossing en vrede“ te schenken aan mens en wereld. Het is de weg naar een „nieuw Kana“ (vgl. Joh. 2:5), waarin Maria het hart van haar Zoon kan beroeren en een bijzondere komst van de Heilige Geest in onze dramatische tijd kan bewerken. Het is de poort naar nieuwe evangelisatie en waarachtige oecumene in het Derde Millennium.

hier verder; http://www.devrouwevanallevolkeren.nl/devrouwe/nederlands/het_dogma.htm

Het vijfde Maria-dogma van Maria Medeverlosseres

H. Maagd Maria, Moeder van onze Heer Jezus Christus, Medeverlosseres, Middelares,Voorspreekster

Over de beeltenis, die op drievoudige wijze haar universele moederschap voor alle mensen van alle tijden uitbeeldt, zegt de Vrouwe iets heel onverwachts: “Deze beeltenis zal voorafgaan. Deze beeltenis moet over heel de wereld gaan. Zij is de betekenis en uitbeelding van het nieuwe dogma. Daarom heb ik zelf deze beeltenis aan de volkeren gegeven” (8-12-1952).

De beeltenis als duiding en uitbeelding van een nieuw dogma? Over welk dogma heeft de Vrouwe het? In de geschiedenis van de Mariaverschijningen is het werkelijk uniek dat Maria in haar boodschap om een dogma vraagt! Zoals zij zegt zal dit het “laatste en grootste” (15-8-1951) mariale dogma zijn. Wanneer zij zich tot de heilige Vader richt, vraagt zij hem: “Zorg voor het laatste dogma, de bekroning van de Moeder van de Heer Jezus Christus, Medeverlosseres, Middelares en Voorspreekster” (11-10-1953).

Herhaaldelijk richt de Moeder zich in haar boodschappen zelfs direct tot de theologen en legt hun de geloofsinhoud en de grote betekenis van het dogma uit: “Zeg tegen uw theologen dat zij alles kunnen vinden in de boeken. Ik breng geen nieuwe leer” (4-4-1954). “De Kerk zal veel strijd krijgen om het nieuwe dogma” (15-8-1951).

Nu, ruim vijftig jaar later, bevindt de katholieke Kerk zich daadwerkelijk in deze moeilijke en pijnlijke situatie. Aan de ene kant zouden kardinalen en honderden bisschoppen Maria door een dogma als Medeverlosseres, Middelares en Voorspreekster geëerd willen zien. Dat is ook de wens van vermaarde theologen, tal van priesters en miljoenen gelovigen. De titel ‘Medeverlosseres’ was veel mariologen en zelfs heiligen, tot in onze tijd toe, zeer dierbaar en is ook door hen gebruikt, bijvoorbeeld door Vincentius Pallotti, Anna Katharina Emmerich, Leopold Mandic, Maximiliaan Kolbe, Edith Stein, pater Pio en Moeder Teresa.

Ook paus Johannes Paulus II heeft de titel ‘Medeverlosseres’ meerdere keren gebruikt. Zo zei hij op 8 september 1982 tijdens de algemene audiëntie: “Maria, die zonder enige zondesmet ontvangen en geboren werd, heeft op wonderbare wijze aan het lijden van haar goddelijke Zoon deelgenomen, om zo Medeverlosseres van de hele mensheid te zijn.”

Maar niet iedereen denkt er zo over, en daar heeft men plausibele redenen voor. Veel kardinalen, bisschoppen en theologen vinden dat het begrip ‘Medeverlosseres’ aanleiding kan geven tot misverstand en dat het daarom in principe ongeschikt is om Maria’s unieke plaats in de heilsgeschiedenis theologisch correct weer te geven.

Als prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer zei kardinaal Joseph Ratzinger met betrekking tot deze titel tot de Duitse journalist Peter Seewald, geciteerd in diens boek Gott und die Welt, dat de medewerking van Maria in het verlossingsplan “in andere titels beter tot uitdrukking komt, terwijl de term ‘Medeverlosseres’ te ver af ligt van de taal van de Schrift en de kerkvaders en daarom tot misverstand leidt”. Ook Joachim kardinaal Meisner deelt in deze kwestie dezelfde opvatting.

Dat moet hier volstrekt duidelijk worden gesteld. Want als wellicht beste en trouwste vriend van de paus zou de aartsbisschop van Keulen nooit toestemming hebben gegeven om in zijn bisdom een gebedsdag te houden ter ere van de Vrouwe van alle Volkeren – van wie de boodschappen immers direct verbonden zijn met de titel ‘Medeverlosseres’ – als niet ook het actuele standpunt van de Congregatie voor de Geloofsleer duidelijk wordt gemaakt.

Deze houding betekent echter niet dat bisschoppen, priesters, theologen en gelovigen de titel ‘Medeverlosseres’ niet zouden mogen gebruiken. Gedragen door het grote respect voor het authentieke leerambt van de Kerk blijft de theologische discussie open.

Als men het begrip ‘Medeverlosseres’ theologisch correct uitlegt, wordt duidelijk dat Maria daardoor niet aan Jezus gelijk wordt gesteld, alsof zij God zou zijn. Veeleer betekent Mede-verlosseres dat zij als de Onbevlekte Ontvangenis en Nieuwe Eva, in volkomen vereniging met haar goddelijke Zoon, op unieke wijze voor onze Verlossing heeft geleden, en dat in volledige afhankelijkheid van Hem en geheel uit Hem levend.

Een dialoog van de liefde

Wil deze waarheid te zijner tijd als dogma worden afgekondigd, dan moeten de theologische meningsverschillen over de titel ‘Medeverlosseres’ door diepgaander studie, liefdevolle dialoog en vooral door gebed en offers vroeg of laat tot een overeenstemming leiden.

Daarbij één opmerking: pleitbezorgers van de titel ‘Medeverlosseres’ zouden begrip moeten opbrengen voor de mensen die in hun oprechte liefde tot Maria deze term ongeschikt vinden. Sommigen van hen hebben als marialoog belangrijke werken over Maria geschreven. Maar uit bezorgdheid dat aan Jezus’ onvergelijkbare, unieke positie als goddelijke Verlosser zou worden getornd of dat de oecumene gevaar zou lopen, geven ze er de voorkeur aan de titel Medeverlosseres niet te gebruiken.

Een andere groep theologen heeft er geen probleem mee om Maria met de titel ‘Medeverlosseres’ te eren, maar zien er absoluut de noodzaak niet van in om deze waarheid ooit als dogma te definiëren. Weer anderen staan wel open voor het dogma, maar vinden het onverstandig dit in de nabije toekomst af te kondigen.

Welke mening iemand ook vertegenwoordigt, de theologische discussie moet gevoerd worden zonder polemiek, in broederlijke liefde, met wederzijds respect en met inachtneming van de “geloofszin van het Godsvolk” (“sensus fidei”). Het mooiste voorbeeld hiervan is misschien wel paus Johannes Paulus II en zijn naaste medewerker Joseph kardinaal Ratzinger. Terwijl paus Wojtyla waarde hechtte aan de titel en die ook gebruikte, had de prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer zijn bedenkingen. Dat deed echter geen afbreuk aan hun vriendschap, die zeer vruchtbaar was voor het welzijn van de Kerk.

Eén ding is zeker: het dogma zal bovenal de vrucht van gebed zijn, en het zal groeien vanuit de harten van mensen die lijden. Het zal een dogma zijn dat door bidden en lijden tot stand is gekomen. De machtigste voorbidders zijn dus de mensen die ziek zijn en lijden, van wie sommigen ook bereid zijn om hun leven hiervoor te geven.

De weg naar de ware vrede

Of het theologisch correct is Maria Medeverlosseres te noemen, daarover zullen de theologen zich – het leerambt van de Kerk volgend – verder buigen; alle bisschoppen van de wereld zullen door de paus om hun mening worden gevraagd, en dan zal de heilige Vader beslissen. Ook al wordt een dogma nooit op grond van een privé-openbaring openbaring afgekondigd, toch is het heel bijzonder – en een echte bemoediging – dat we nu al mogen weten hoe buitengewoon genaderijk dit mariale dogma voor Kerk en wereld zal uitwerken.

Want de Vrouwe van alle Volkeren belooft een nieuwe uitstorting van de heilige Geest en daardoor ware vrede voor de volken. “En de Vrouwe bleef bij haar apostelen tot de Geest kwam. Zo ook mag de Vrouwe komen bij haar apostelen en volkeren van heel de wereld, om hun de heilige Geest weer en opnieuw te brengen. … Als het dogma, het laatste dogma in de mariale geschiedenis, is uitgesproken, dan zal de Vrouwe van alle Volkeren de vrede, de ware vrede geven over de wereld” (31-5-1954).

Deze genadevolle uitwerking van het dogma, Maria’s overwinning op het kwaad en de daarmee verbonden wereldvrede, wordt op de beeltenis op indrukwekkende wijze weergegeven: de slang is – zoals reeds gezegd – niet meer op de aardbol te zien. Om echter de macht van Satan wereldwijd volledig te overwinnen, moet Maria, zij die de slang vermorzelt, ook wereldwijd nadrukkelijk in de totale volheid van haar roeping worden erkend en geëerd – als Medeverlosseres, Middelares en Voorspreekster.

Of en wanneer het dogma zal worden afgekondigd, dat is natuurlijk alleen aan de heilige Vader. Er zal echter zeker geen nieuw mariaal dogma worden afgekondigd zolang de meeste mensen niet begrijpen wat het inhoudt en het merendeel van de gelovigen nauwelijks meer mariaal is. We zien dus dat de tijd er nog niet rijp voor lijkt te zijn.

Maar hoe moet de tijd dan rijp worden? Hoe moeten de volken Maria weer als Moeder leren achten en liefhebben of haar überhaupt eerst als Medeverlosseres leren kennen? Wat kunnen wij als gelovigen concreet in het dagelijks leven doen opdat de Moeder op een dag plechtig door het laatste mariale dogma wordt verheerlijkt? Het antwoord daarop geeft de Vrouwe ons zelf: “Dit is mijn boodschap voor vandaag omdat de tijd dringt. Er moet een grote actie komen voor de Zoon en het Kruis en de Voorspreekster en Brengster van rust en vrede, de Vrouwe van alle Volkeren” (1-4-1951).

Een volkomen vreedzame bijdrage die alle mensen van goede wil kunnen leveren om de weg te bereiden voor het dogma, voor de wereldvrede, is de verspreiding van haar GEBED en BEELTENIS waar de Vrouwe ons om vraagt. Deze verspreiding geeft ze zelfs een naam. Ze noemt het een “grote wereldactie” (11-10-1953) of zelfs een “verlossings- en vredeswerk” (1-4-1951).

Verdieping in de materie; hier RkForum.com  en hier  Rkk.nl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron van de afbeelding

Bron van dit artikel: http://www.de-vrouwe.info/nl/het-dogma en www.de-vrouwe.info