Kerk die “volume maakt”

door Mark Van de Voorde

Onlangs las ik onder de rubriek lokaal nieuws van een Nederlandse krant het volgende. De blaaskapel De Merweboertjes uit Dordrecht dreigt haar zestigjarig bestaan niet te halen. Ze waren ooit met velen en lang met achttien, nu nog met elf. “Met elf maak je nooit volume. Je krijgt geen balans tussen de secties”, zei een van de leden tegen de reporter. Ik heb het stukje uitgeknipt en bewaard in mijn knipselmap. Waarvoor eigenlijk, want ik heb niets met Dordrecht en blaaskapellen? Dat moet voor die ene mooie zin zijn geweest: “Met elf maak je nooit volume.” Gedacht: die kan ik ooit gebruiken. Nu ik het bericht weer tussen duim en wijsvinger houd, besef ik: dit bericht had over de afkalvende Kerk kunnen gaan. “Met elf maak je nooit volume. Je krijgt geen balans tussen de secties.”

Na de dood van Christus en de zelfmoord van hun weggelopen lid Judas bleven de apostelen ook maar met elf over. Toen moeten ze ook hebben gedacht nooit meer ’volume’ te kunnen maken. Tot ze na Hemelvaart Mattias er bijhaalden als nieuw twaalfde lid en een wijle later Paulus zou zorgen voor nieuwe ’secties’ voor hun ’kapel’.

HIER verder lezen

Bron: www.rorate.com

De stille revolutie tussen Pasen en Pinksteren

Stille Revolutie

Door Mark Van de Voorde

Tussen Pasen en Pinksteren is een stille tijd. Ogenschijnlijk althans: wat gebeurt, is aan het oog onttrokken. Niemand heeft er weet van, tenzij de betrokkenen zelf. De leerlingen zijn naar huis gegaan, komen af en toe nog samen, maar zijn maatschappelijk niet meer zichtbaar. De wereld is met andere dingen bezig dan met de dood en de verrijzenis van Jezus.

Tussen Pasen en Pinksteren is echter niet zonder meer een stille tijd, het is ook de tijd van de stille revolutie. De stille revolutie die tussen Pasen en Pinksteren plaatsgrijpt, is de revolutie van de religieuze en mystieke ervaringen in de donkere nacht van de ziel: wanneer de leerlingen gevangen zitten in de netten van angst, twijfel en ongeloof. Zo’n revolutie kan niet worden neergeslagen, want ze toont zich niet aan de oppervlakte. Toch heeft ze gevolgen, voor lange tijd. Het zou wel eens kunnen dat wij ook zo’n tijd van stille revolutie meemaken, de revolutie van de mentale herbewapening van de Kerk.

De Bijbel is ter zake interessant. Tussen Pasen en Pinksteren grijpen bij de leerlingen van de geëxecuteerde rabbi Jezus de Christus uit Nazareth ervaringen plaats die hun hele denken en doen omver zullen gooien. We mogen ervan horen in de lezingen van de “tussentijd”: Emmaüs, de apostelen, Thomas, de visvangst bij het meer van Tiberias. Daarmee eindigt het niet. Johannes schrijft: “Er zijn nog veel andere dingen die Jezus gedaan heeft. Maar als ze een voor een beschreven werden, dan zou naar mijn mening zelfs de hele wereld te klein zijn voor de boeken die men dan zou moeten schrijven.”

Je kunt zeggen dat ook de hedendaagse Kerk zich bevindt tussen Pasen en Pinksteren. Niet alleen volgens de liturgische kalender, maar ook qua mentaliteit. Ze heeft zich, na al die vreselijke misstappen van haar kant en valse getuigenissen van de andere kant, teruggetrokken uit het publieke leven en is niet opvallend zichtbaar in het maatschappelijke landschap. Integendeel, de Kerk lijdt aan pleinvrees. Ze is binnenkamers geworden, knusjes getroebleerd, zoals de leerlingen die eerste dagen. De Kerk is zo met zichzelf bezig, dat ze vergeet bezig te zijn met wat de wereld beroert: geluk, hoop, liefde, rechtvaardigheid én geloof. Als de Kerk zich terugtrekt, laat ze de wereld goddeloos worden.

Toch broedt in deze beloken tijd heel wat. In het verborgene. Het zou wel eens de belangrijkste tijd kunnen zijn voor de toekomst. Het was in zo’n dagen waarin het leven slingert tussen vrees en hoop, twijfel en vertrouwen, ongeloof en geloof, dat de leerlingen hun diepste ervaring van Gods aanwezigheid kenden, maar ook hun zending begrepen: “Gaat uit over de wereld.” Opvallend was dat al die herkenningen plaatsgrepen, wanneer de leerlingen bijeenwaren. Thomas zag pas, toen hij zich aansloot bij de andere apostelen. Ook wij komen pas tot geloof, wanneer we anderen in geloof en twijfel ontmoeten.

Je moet opstaan en doorgaan. Dat was het wat die leerlingen van Emmaüs deden: ze keerden naar de wereld terug. Met Pinksteren legden de leerlingen getuigenis af. Het wordt ook stilaan tijd dat wij opstaan en naar de wereld terugkeren. De wereld wacht op ons.

Vgl bron: http://www.rorate.com/nieuws/nws.php?id=66402